1745 27 DECEMBER 1971 Stockmann het comité hierover volledig in te lichten. Mevrouw VAN NES-BRANDS: De heren Spanjer en Kroon hebben eigenlijk al gewezen op het ietwat eigenaardige karakter van dit voor stel. De heer Sandberg heeft gesproken met minister Drees; wij heb ben gesproken met de districts-inspecteur van de D.A.C. W. Ik moet zeggen dat de door hem gegeven informatie toch enigszins afwijkt van de informatie die in het stuk verwerkt is. Ik doel hierbij speciaal op de zin: "Een werk wordt slechts dan als object aangemerkt als de uit voering daarvan niet urgent is". Uit de door ons ingewonnen inlichtingen is ons hiervan niets gebleken. Ik wil eigenlijk beginnen met het stellen van enkele vragen aan de wethouder en de antwoorden hierop afwachten. Deze vragen zijn de volgende: 1) Wie bepaalt waarom een bepaald project wordt opgenomen in de pot van de D.A.C. W. en waarom een bepaald project voor uitvoering wordt aangewezen? 2) In hoeverre is de gemeente mede beleidsbepalend ten aanzien van het onder 1 gestelde? S) Wie bepaalt dat alleen niet-urgente werken worden uitgevoerd en welke werken dan aangewezen worden. Dit wat de wijze waarop het plan eventueel uitgevoerd zal kunnen wor den betreft. Over de brug zelf wil ik ook graag in het kort nog iets zeg gen. Ik vind dat men bij het afwegen van het voor en tegen van een dergelijk voorstel duidelijk in een motivering moet laten uitkomen wat het zwaarst weegt. Het Comité Behoud Binnenstad heeft bezwaren tegen het plan, dat is wel duidelijk. Het is de taak van dit comité te proberen het stadsbeeld zo gaaf mogelijk te houden en het is dus tegen iedere aantasting hiervan. Ik vind dit een uitgangspunt dat men kan waarderen; men kan het helaas alleen niet altijd volhouden. Welke motieven hebben wij dan wel? Veel cijfermateriaal hebben wij niet. Het verkeersstructuurplan is nog niet klaar. Ik ben verwezen naar het rapport van M. P. O.maar helaas ben ik van dit rapport ook niet zo verschrikkelijk veel wijzer geworden, omdat in dit rapport nl. hele maal niet gesproken wordt over verkeer naar of van het station. Wel wordt gesproken over verkeer via de singels, dat volgens de voorspel ling zeer zal toenemen, en over verkeer uit de Haagse Beemden. Aan deze uitgangspunten hebben wij in verband met dit voorstel echter niet veel. Het verkeer van de Haagse Beemden komt aan de achterzijde van het station en heeft dus de Kennedy-brug niet nodig. Voor welk verkeer vinden wij dan die brug toch wel aanvaardbaar? Dat is eigen lijk alleen voor het openbaar vervoer. Ik vind dat de stadsbussen snel en op tijd bij het station moeten kunnen zijn als wij een alternatief voor het gewone gemotoriseerde vervoer willen hebben en dat is eigenlijk de enige reden waarom ik vind dat de Kennedybrug er toch wel moet komen. De heer VON SCHMID: Wij hebben naar mijn mening hier weer te maken met een vrij bekend verschijnsel, nl. de tegenover elkaar staande eisen van het verkeer en van de stadsplanning, waarbij het hier gaat om het behoud van de gaafheid van het stadsuiterlijk. Men krijgt nu toch wel weer een beetje de indruk - zo is het althans op ons overgekomen - dat het verkeer hier toch weer enigszins werkt als de moloch, aan wie de schoonheid van de stad moet worden opgeof ferd. Ik geloof dat de singels één van de charmes van Breda zijn. Het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1745