1746 27 DECEMBER 1971 uiterlijk van deze singels is belangrijk en ik geloof dat wij dus in dat opzicht het Comité Behoud Binnenstad gelijk moeten geven wanneer het stelt dat door het bouwen van de Kennedybrug het aanzicht van de singel voor een zeer groot gedeelte wordt geschonden. Dat is toch ei genlijk wel een zeer droevige zaak. Er is in Breda in verband met de verkeersplanning al heel wat schoons verwoest en dat zal in de toekomst ongetwijfeld weer gebeuren, maar ik geloof dat wij daarmede bijzonder voorzichtig moeten zijn. Inderdaad gaat het hier natuurlijk om het af wegen van motieven: is het voor het verkeer absoluut noodzakelijk of moet het behoud van het stadsuiterlijk zwaarder wegen? Heel belangrijk in dit verband is mijn vraag aan de wethouder of hij deze Kennedybrug absoluut noodzakelijk vindt voor het verkeer naar en van het station en of hiervoor geen andere oplossingen mogelijk zijn. Het verkeersstructuur- plan is dus nog niet helemaal gereed. Men zou zich kunnen voorstellen dat men hierop nog verder studeert en misschien zelfs tot een andere uitkomst zou kunnen komen. Alles wordt nu verhaast omdat het een D.A.C. W. -project is; ik vind dit een element in het voorstel dat bij na irritant overkomt. In deze raad is hierover al veel gezegd en ik zal op dit punt dus verder niet ingaan. Ik vind het probleem van het al dan niet bouwen van de brug echter zo belangrijk, dat het argument voor een snelle bouw, nl. het beschikbaar zijn van een project in verband met werkverschaffing, voor mij niet steekhoudend is. Er is hier in de raad al op gewezen, dat er ongetwijfeld andere projecten op uitvoering wachten. Wij blijven ons dus afvragen of het allemaal zo snel moet gaan en me nen deze vraag ontkennend te moeten beantwoorden. Wij zouden dus liever zien dat men de zaak nog eens rustig gaat bekijken, dat men ook de argu menten van het Comité Behoud Binnenstad nog eens in de overweging be trekt en dat men niet al te snel tot een beslissing overgaat, die toch wel "verwoestende" consequenties met zich meebrengt, al is het bouwen van een brug op zichzelf een zeer constructieve zaak. Ik wil mij ver der helemaal aansluiten bij de woorden van de heer Sandberg ten aan zien van de bomen. Ook ik zou het zeer betreurenswaardig vinden als de bomen die Breda nog telt zouden moeten verdwijnen. Ik geloof dat dit één van de dingen is, waaraan Breda hier en daar nog haar schoonheid ontleent, en ik moet er dus ook sterk op aandringen dat het verwijderen van bomen tot een minimum wordt beperkt; alleen absolute noodzaak mag er toe leiden dat bomen worden weggehaald. De heer JANSEN: Raken wij weer een stuk van het Valkenberg kwijt en nemen wij weer een long uit de stad? Dat vraag ik mij bij dit voorstel ook weer af, en in het geval van een bevestigend antwoord vraag ik mij tevens af of dat in deze tijd wel juist is en wat men eraan denkt te doen om de groenvoorziening in deze stad op peil te houden. De urgentie van het desbetreffende plan is voor mij niet aangetoond en ik vind het vreemd in deze tijd van financieringsproblematiek zo'n voorstel van het college op tafel te krijgen. Hoe zal dit plan door G. S. ontvangen worden? Heeft het college hierover misschien een mening? Verder is het mij duidelijk dat wij bij aanneming van dit voorstel wel een krediet stellen, maar dat wij ons in feite nog niet hebben uitgesproken of wij op die bepaalde plek al dan niet een brug gaan bouwen. Omstandigheden hebben mij verhin derd de afdelingsvergadering bij te wonen, maar ik zou tijdens die ver gadering zeker mijn bedenkingen tegen dit voorstel naar voren hebben gebracht. Ik heb er nog erg veel moeite mee en ik zet dus zeer grote vraagtekens bij het voorstel. Verder is dit plan een onderdeel van een totaalplan met betrekking tot de verkeerssituatie bij het station. Kan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1746