1760 27 DECEMBER 1971 Van Banning en ik raad het college aan dit soort zaken eens uit te leg gen aan de burgers in Breda, die er wat minder goed aan toe zijn. Ik wil er ook nog even op wijzen dat indien het college zich genoodzaakt voelt zich te laten rijden er dan altijd nog taxi's zijn. De heer VON SCHMID: Wij hebben eerlijk gezegd dit voorstel in eerste instantie niet zo erg nauwkeurig gelezen. Later dachten wij dat het over de huisvuilauto ging, maar bij verderbladeren bleek ons op een gegeven moment dat een voorstel werd gedaan tot de aanschaf van een nieuwe auto voor het college. Ik ben wel van mening dat het college representatief tevoorschijn moet kunnen komen, maar de ma nier van rekenen van collega-lid Jansen komt mij wel bijzonder vreemd voor. De heer Jansen zegt nl. het volgende: die in gebruik zijnde wagen is zeer duur; wanneer wij er één bij nemen wordt het goedkoper,' Dat argument heb ik helemaal niet kunnen volgen en ik wacht nu eerst het antwoord van het college maar even af. De heer KRAMER: Mag ik het over een ander soort veiligheid heb ben? Wij hebben de vorige maal het krediet voor de ladderauto goedge keurd. Ik hoop dat u mij toestaat dat ik ten aanzien van dat punt nog een opmerking maak. Ik ben blij dat de ladderauto vervangen wordt. Tijdens de algemene beschouwingen hebben wij onze ongerustheid met betrekking tot het bouwjaar van het rollend materiaal door middel van een vraag kenbaar gemaakt; wij hebben op deze vraag nu pas antwoord gekregen. De ladderauto dateert van 1950/52. Naar aanleiding van het staatje maken wij ons ongerust over de bedrijfszekerheid van het brandweer materiaal. Wij hebben autospuiten, die resp. 11, 13, 15 en 17 jaar oud zijn voor de vervanging van laatstgenoemde autospuit is overigens een nieuwe in bestelling. Wij hebben verder 1 wagen die 10 jaar oud is, 3 wagens van 9 jaar en twee van 8 jaar. U zult kunnen begrijpen dat wij ons on gerust maken over de veiligheid van mensen, die eventueel gered moeten worden. Wij zullen ervoor moeten waken dat het materiaal niet te oud wordt. Ik ben dus blij met de vervanging van de ladderauto, maar wil u verzoeken het materiaal te controleren op bedrijfszekerheid. De heer VAN DUN: De vraag van de heer Kramer staat een beet je buiten de andere gemaakte opmerkingen. Het rollend materiaal van de brandweer voldoet op dit moment aan de eisen, die daaraan gesteld mogen worden. De heer Kramer is echter bekend dat in de afdeling voor het vervoerbedrijf tijdens de behandeling van het jaarrapport van het bedrijf een staat zal worden overlegd, die de bouwjaren van het rollend materiaal zal aangeven. Met goedvinden van de heer Kramer kan de discussie daar voortgezet worden. De opmerkingen van de heren Von Schmid, Van Os, Jansen, Van Overveldt en Van Banning gaan in de richting van een bepaalde auto, die inderdaad geen huisvuilauto is, maar dienst zal doen als vervoer middel voor het gemeentebestuur. De gedachtengang van het college ten aanzien van de aanschaf van deze auto kan ik in twee gedeelten splitsen. Op de eerste plaats geloof ik rustig te mogen stellen dat, in dien het college zich tussen de veelvuldige afspraken door - ik hoop dat men van de veelheid van afspraken overtuigd is - buiten de stad moet begeven, er dan geen kwestie is van representatie als men zich laat rijden, maar van veiligheid. Het college heeft dan geen overdre ven statusgevoel, maar voelt alleen de bittere noodzaak van het zich laten rijden. Verder is opgemerkt dat de collegeleden een autovergoeding

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1760