1763 27 DECEMBER 1971 gelijk doen wanneer zij zelf achter het stuur zitten. Ik zie dus de situ atie dat het college beschikt over een goedkopere auto, terwijl het de oude auto als reserve heeft. Ik hoop dat de heer Von Schmid het nu wel begrijpt. Ik moet nl. bij mijn vorige bewering blijven dat twee auto's goedkoper zijn dan één en dat wij er nu in feite twee halen en maar éen betalen. Het veiligheidsaspect weegt voor mij echter het zwaarst. Al met al blijf ik de voorgestelde uitgave volkomen verant woord vinden. De heer VAN OS: Ik onderschrijf weer het gehele betoog van de heer Van Banning. Ik moet er nog aan toevoegen dat ik opgemerkt heb dat de wethouder de argumentatie in het stuk geheel gewijzigd heeft. Hij heeft nu min of meer gesuggereerd dat de nu in dienst zijnde auto eigenlijk zou moeten verdwijnen, maar dat je er toch niets voor krijgt en dat hij daarom maar aangehouden moet worden. In het stuk staat echter dat er slechts één wagen beschikbaar is voor het vervoer van leden van het college van burgemeester en wethouders en dat de prac- tijk uitwijst dat uitbreiding met een auto nodig is. Dat is natuurlijk een geheel andere argumentatie dan die nu wordt aangevoerd. De heer SANDBERG: Onze fractie heeft ook erg veel moeite met die 14. 000, -- gehad. Wij hebben er drie extra fractievergaderingen aan gewijd. Wij zien nu weer dat wij als wij zo doorgaan vanavond niet klaarkomen. Ik stel voor 39 blitse Eenden aan te schaffen. Wij hebben dan allemaal onze eigen auto en hoeven dan aan deze zaak geen woord meer vuil te maken. De heer VAN DUN: Ondanks het feit dat het college het volgens de heer Jansen drukker krijgt zullen wij toch de opwekking van de heer Von Schmid ter harte nemen en het college en de raad als het voorstel wordt aangenomen vrolijk naar buiten toe blijven vertegenwoordigen. Dit doet overigens niets af aan het feit dat enige raadsleden op grond van zakelijke argumenten moeite hebben met dit voorstel. Ik geef de heer Van Os toe dat de toelichting in het stuk wat tweedehands isdie schiet meer in op het tweede dan op het eerste argument. Ik moet oprecht zeggen dat het aanvankelijke uitgangspunt was dat er een nieuwe auto voor het college moest komen, omdat de oude auto aan vervanging toe was. Daarna zijn wij op grond van de door mij genoemde argumenten gaan over hellen naar de mening dat het beter zou zijn de oude auto te handhaven en een nieuwe goedkopere auto aan te schaffen. De heer Jansen heeft nog als argument voor het aanschaffen van een nieuwe auto aangevoerd dat het nuttig kan zijn als collegeleden in de auto nog even stukken kunnen doornemen. Dit argument is misschien enigszins overtrokken en zal ook niet altijd even goed overkomen, maar inderdaad hebben collegeleden om tijd uit te sparen vaak voorbesprekin gen met ambtenaren in de auto. De heer Von Schmid heeft gesproken over de veiligheid binnen en buiten de stad. Inderdaad ligt dit op hetzelfde vlak. Het college zal op enkele uitzonderingen na de grote zwarte auto echter nooit gebruiken voor representatieve doeleinden binnen de stad. De collegeleden gebruiken hun eigen auto voor vervoer binnen de stad en krijgen hiervoor ook een vergoeding. Die vergoeding strekt zich niet uit tot ritten buiten de stad; ik geloof dat daarover bij de heer Van Banning nog een misverstand bestaat. De heer VAN BANNING: Neen, dat heb ik heel goed begrepen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1763