1767 27 DECEMBER 1971 worden onderzocht hoe de urgentie bepaald moet worden b, v. ten aan zien van de sociale en de medische indicatie. Zou er een commissie sociaal toewijzingsbeleid moeten komen9 Deze vragen komen allemaal aan de orde als de taak van het registratiebureau wordt uitgebreid. Ik wil daarom nogmaals aandringen op een duidelijke, nauwkeurige taak omschrijving en mijn vraag herhalen of ten aanzien van een taakuit breiding een nieuw voorstel aan de raad zal worden voorgelegd. De heer VAN DUN: Dit raadsvoorstel is een uitvloeisel van de door de raad uitvoerig behandelde informatieve nota huisvestingspro blematiek, waarbij het centraal registratiebureau eveneens aan de or de is geweest. Mevrouw Stockmann zegt zeer terecht dat de taakom schrijving wat vaag is» Bij de behandeling van de nota heb ik de taak van het registratiebureau als volgt omschreven: 1) registratie van woningzoekenden; 2) registratie van mutaties; 3) registratie van voorhanden zijnde woningen. In de begroting is hiervoor een bepaalde pot gereserveerd. Ik geloof dat ten aanzien van de taakstelling van het registratiebureau nog een groei zal moeten plaatsvinden en heb dan speciaal het oog op de hech tere vorm van samenwerking tussen het gemeentelijk woningbedrijf en de drie woningbouwverenigingen. Mijns inziens is het onvermijdelijk en ook juist dat de raad, indien de taak van het registratiebureau wordt gewijzigd of uitgebreid, bij de jaarlijkse begrotingsbehandeling via de desbetreffende begrotingspost op de nieuwe taakstelling ingaat en daar over uitvoerige inlichtingen ontvangt. Mevrouw STOCKMANN-VAN DER KALLEN: Het is voor mij heel duidelijk dat al dat registreren op dit moment de taakstelling is. Is het nu mogelijk om wanneer blijkt dat het percentage van 50%, dat de ge meente ter beschikking staat voor het toewijzen van woningen, niet voldoende is voor het lenigen van de woningnood, in een gesprek met de woningbouwverenigingen een hoger percentage toebedeeld te krij gen? De heer SEVERENS: Er zijn toch nog wel vragen ten aanzien van het sociaal toewijzingsbeleid. Misschien kan de wethouder ons vertel len hoe dit toewijzingsbeleid op dit moment geconcretiseerd wordt en wat ons in de toekomst te wachten staat. Met name blijven er vragen bestaan met betrekking tot: indeling in categorieën (wie gaat dat doen9); urgentie binnen de categorie (wie gaat dat bepalen?); prioriteit ten op zichte van de urgentiegevallen; toewijzing. Hoe zal de toewijzing plaatsvinden? Ik vraag dit speciaal omdat het hierbij gaat om toewijzing van woningen ten aanzien van de meest urgente gevallen in Breda. De heer VAN DUN: Mevrouw Stockmann heeft gevraagd of er met de woningbouwverenigingen te praten is, indien blijkt dat het percenta ge van 50% niet voldoende is. Ik wil ten behoeve van de duidelijkheid op de eerste plaats zeggen dat er een permanent contact is met de wo ningbouwverenigingen. Enerzijds hebben wij een maandelijkse bespre king; anderzijds bestaat het contact in de coaching van het bureau door de commissie van advies. Verder kunnen wij ons misschien enigszins gerustgesteld voelen door het feit dat de woningbouwverenigingen de gemeente aangeraden hebben met die 50% te gaan draaien; het zou een begin van een toezegging zijn. Meer kan ik er ook niet over zeggen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 1767