197 11 FEBRUARI 1971 betreft het totale water, Flet behoort dus in zijn geheel bij de dienst voor jeugd en sport, Tenslotte wordt door u wel een subsidievoorstel overwogen en ik ben daar wel blij mee. maar ik wil er nog eens de nadruk op leggen dat het. wanneer er 600 bejaarden bij deze vereniging zijn en 500 jeugdigen en gehandicapten., helemaal niet gek is daar een beetje subsidie aan te geven. Ik zie met belangstelling het antwoord van de wethouder tege moet. Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Ik wil graag rees zeggen over de peuterspeelzalen Vlak voor dezé vergadering hebben wij het rapport ontvangen met betrekking tot de eerste peuterspeelzaal, het Ballonnetje, met een uitgebreide informatie. Het lijkt mij een uitstekend stuk werk, maar ik zag wel dat er een vraag van finan ciële aard achter zat. De subsidieregeling zal niet voor eind maart in de raad aan de orde kunnen komen. Kan het college tot het mo ment van de eventuele subsidietoezegging het experiment doen voort zetten door het verstrekken van 2500,-- experimeniensubsidie Zonder deze toezegging ontstaan op korte termijn financiële pro blemen ten aanzien van de betaling van salarissen, enz. De heer VAN OS: Ik heb een zeer algemene opmerking over de dienst voor jeugd en sport, die mijns inziens echter van zeer wezen lijke betekenis is. Het realiseren van ruimtebiedende gelegenheden als sportaccom modaties, speeltuinen en peuterspeelzalen in een bestaande wijk is een moeizame taak, ik zou haast zeggen een lijdensweg. Ik meen dat dit ook vanavond in de loop van het debat al met meerdere voorbeelden is aangetoond. Ik zou er dan ook hier en nu voor wil len pleiten voor nieuwe wijken een toeslag te leggen op de grond prijs van bijvoorbeeld 1, waarmee dergelijke voorzieningen in een veel sneller tempo gerealiseerd zouden kunnen worden. De bewoners van de wijk bepalen zelf wat er zal komen, maar het geld ervoor is dan in ieder geval beschikbaar. Dan krijgen wij niet de ellende waarmee wij nu regelmatig zitten, dat er over elk speeltuintje uren lang moet worden gepraar. evenals ovei ieder gemeenschapshuis, peuterspeelzaaltje, sportveldje. enz. Zoals het nu gaat moet het allemaal in feite zo'n beetje uit de rand van de begroting komen. Hiermee beteiken wij mijns inziens ook een heel rechtvaaidige ver deling van de kosten over de bewoners van de wijk. Het gaat typisch om de wijkvoorzieningeri, waarvan wij er langzamerhand mijns inziens allemaal van overtuigd zijn dat die gewoon bij een wijk horen, net als parkeerplaatsen, straatverlichting, goede straten, behoorlijke huizen, groenvoorzieningen en noem maar op. dat hoort er zonder meer bij. Peuterspeelzalen, sportvelden en gemeenschapshuizen zijn gewoon nodig en daarom moeten wij daar rekening mee houden. Wanneer wij nu bij het bouwen van een nieuwe wijk de grondprijs met 1,-- verhogen hebben wij in ieder geval het geld bmnen en dan kunnen wij zien wat wij daarmee gaan doeri. De heer SANDBERG: Gaarne wil ik aan de opmerkingen van de heer Kramer over de Baroniese Hengelaars nog een enkel woord toevoegen, In de eerste plaats meen ik dat het juist zou zijn wan neer ik op een punt de 'heer Kramer een beetje corrigeer. Ik heb namelijk in het gesprek tussen de wethouder en het bestuur van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 197