205 12 FEBRUARI 1971. De heer Van Overveldt heeft opgemerkt dat de toeslagzegels bij Het Ei uiteindelijk maar 250, -- opleveren. Ik wil hem graag toezeg gen dat wij voor het nieuwe seizoen zullen bekijken wat wij met de toeslagzegels zullen gaan doen. Ik kan hem verzekeren dat zijn sug gestie dienaangaande mede bij de overwegingen zal worden betrokken. De heer Mensen heeft gesproken over de sociale functie van de zwembaden. Hij zegt dat bepaalde groepen de prijs niet meer kunnen betalen als wij de tarieven gaan verhogen. Dit lijkt mij een juiste stel- lingname. Ik moet er echter meteen aan toevoegen dat ervaringen van vroeger nauwelijks in die richting wijzen. In feite wordt de dagprijs verhoogd met 0,10 voor kinderen en met 0,15 voor volwassenen. Bovendien geldt de verhoging van de abonnementsprijs niet voor grote gezinnen. Wanneer wij dat omrekenen bedragen de hogere kosten voor een gezin van vier of meer personen maar ƒ6,-- per seizoen. Mevrouw lager heeft gesproken over de financiële positie van de gymnastiekverenigingen. Binnenkort zal een gesprek plaatsvinden tussen de sportstichting en de besturen van de plaatselijke gymnastiekverenigin gen. Hiertoe was al voor de vergadering van gisteren besloten. In de re pliek op de algemene beschouwingen heb ik al gezegd dat de problema tiek van de subsidies door een aparte commissie zal worden bekeken. Wij hebben al een antwoord gegeven op vragen over de sportvis - serij. Als de raadsleden dat antwoord goed hebben gelezen hebben zij kunnen concluderen dat de subsidiëring bij de dienst van jeugd en sport thuishoort, terwijl de uitgifte van gronden bij het grondbedrijf behoort. De vraag wie op een bepaalde plaats vist moet worden beantwoord door de dienst van jeugd en sport, terwijl de voorwaarden waaronder op be paalde plaatsen wordt gevist een zaak van het grondbedrijf is. Dit be tekent heel concreet dat de vissers zaken doen met mij en niet met wethouder Van Dun. Ik kom vervolgens aan een aantal andere vragen. Mevrouw lager heeft gepleit voor het tegengaan van statusbouw. Ik moet zeggen dat ik haar dankbaar ben voor haar opmerkingen en dat ik het geheel eeas ben met haar stellïngname. Ten aanzien van de opmerkingen over het zwembad in noord wil ik het volgende zeggen. Het programma van eisen is in hoge mate bepalend voor de prijs. Prijsvergelijkingen zijn gevaarlijk als wij ze zo maar over de tafel naar elkaar toe spelen. Men moet zich goed realiseren dat bij de prijs voor het bad in noord de grondkosten, de aansluitingskosten, de kosten van de parkeerruimte en de groenvoorzieningen inbegrepen zijn. Bij offertes is er vaak alleen maar sprake van naakte bouwkosten. Ik ben ook geen voorstander van statusbouw, maar ik wil toch wel opmerken dat de raad het bad in noord heeft geaccepteerd. Er is nog gevraagd naar de verhouding tussen de sportstichting en de dienst van jeugd en sport. Ik. kan daar een concreet antwoord op geven. Het secretariaat van de sportstichting berust bij de dienst van jeugd en sport. De sportstichting adviseert het college over alle zaken betreffende de sport en de subsidiëring ervan. Ik kan u verzekeren dat een bezinning op het functioneren van de sportstichting in de toekomst zeker noodzakelijk is, gelet ook op de gehele tendens naar commissies ex artikel 61. De heer Kramer heeft opgemerkt dat de dienst weet hoe het moet. Ik ben hem dankbaar voor die opmerking. Ik zal de opmerkingen van de heer Kramer graag overbrengen aan de ambtenaren van de dienst van jeugd en sport. Voorts heeft hij gepleit voor het naar Breda halen van grote sportevenementen. Ik ben daar wat huiverig voor. Wij moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 205