206 12 FEBRUARI 1971. er erg voorzichtig mee zijn, omdat dit kapitalen kost. In de situatie waarin wij op het ogenblik verkeren kunnen wij die kapitalen beter ge bruiken voor voorzieningen waar wij meer mee gebaat zijn. Ik kom dan bij de opmerkingen over "Poscens concordiam pulchram" Er is gesproken over Advendo en S.A. B. die hebben gebouwd met behulp van garanties voor rente en aflossing die door de sportstichting zijn ver leend. Het college was indertijd van mening dat de sportstichting op deze manier het centrale investeringsplan doorkruiste. Deze manier van werken behoort dan ook beslist niet meer tot de mogelijkheden. Er is ook een opmerking gemaakt over de verhouding tussen jeugd, sport en cultuur. Het zal u niet verbazen dat de percentages die in het antwoord op vraag 41 zijn genoemd de resultante zijn van het beleid zoals dat in de afgelopen jaren is gevoerd. Ombuiging op dit moment zou een merkwaardige zaak zijn. Wij kunnen hier geen verschuivingen aanbrengen van vandaag op morgen, omdat dat ten koste van sommige sectoren zou gaan. Een ombuiging zal wel steeds opnieuw aan de orde moeten worden gesteld, waarbij moet worden ingespeeld op de ontwik kelingen op deze terreinen. Dat is een kwestie van beleid en de heer Kramer zal mij dat graag willen toegeven. Mevrouw Van Rooij heeft gesproken over de peuterspeelzaal "Het Ballonnetje"; Ik moet zeggen dat ik daar met genoegen over praat. Ik heb hedenmorgen mijn dochtertje naar deze peuterspeelzaal gebracht. Dat neemt niet weg dat ik graag het volgende wil zeggen, U weet dat dit experiment door het college wordt gesteund. De peuterspeelzaal heeft tot 1 januari 1971 subsidie gekregen tot een bedrag van 1.250, --. Wij hebben met het bestuur afgesproken dat een evaluatie van het experi ment zal plaatsvinden. Het vervolg is dat wij met het bestuur hebben afgesproken dat het per 1 januari 1971 een nieuwe subsidie-aanvraag zou doen. Die aanvraag zal worden beoordeeld door de jeugdadviesraad en door het college. Mevrouw Van Rooijen vraagt om 2. 500, - -en als het bestuur zo snel mogelijk de subsidieaanvraag indient kunnen wij het naar alle waarschijnlijkheid snel honoreren. De heer Van Os heeft gewezen op de moeizame weg bij de reali sering van wijkaccommodaties. Hij vraagt een toeslag van 1, -- op de grondprijs. Wij hebben er vanochtend in het college even over ge sproken. Ik wil dit idee graag verder beschouwen. Ik kan er op deze korte termijn geen uitsluitsel over geven. De heer Van Banning heeft gesproken over de gebouwtjes aan de Bernhardsingel en in het Wilhelminapark, die waren bedoeld als socië teit voor het open bejaardenwerk. Er bestaat geen interesse meer voor. Misschien kan de wethouder van sociale zaken over de oorzaken daar van iets naders vertellen. Op dit moment staat het gebouwtje in het Wilhelminapark ter beschikking van de natuureducatie, de werkgroep jeugd en natuur maakt er een intensief gebruik van. Het gebouw aan de Bernhardsingel is op het ogenblik onderwerp van onderhandelingen met buitenlandse werknemers die er belangstelling voor hebben. Mejuffrouw Paulussen heeft iets gezegd over de gegevens van vraag 131. Ik kan haar toezeggen dat zij de gegevens zal krijgen, voor zo ver die gegevens te achterhalen zijn. Het lijkt mij wel zinvol dat zij echter bijvoorbeeld de volgende week op de afdeling de vraag wat nader concretiseert. Wij hebben getracht een wat concreter antwoord te geven. Er ontstonden toen wat moeilijkheden bij de indeling en mis schien kan zij de zaak wat verduidelijken. De heer Jansen heeft geconstateerd dat een grote groep mensen, vooral mensen die ouder zijn dan 25 jaar, op geen enkele wijze aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 206