208
12 FEBRUARI 1971,
laatste en de vorderingen van deze besprekingen zou ik graag van het
college iets naders vernemen.
De heer KRAMER: Ik dank de wethouder voor hetgeen hij heeft
verteld over de studiecommissie betaald voetbal. Hij heeft niet alles
verteld, want hoe open hij ook mag zijn, hij kan niet alles zeggen.
Ik aanvaard dat graag, ik zal het zeker niet als een verwijt laten ho
ren. Eén ding is mij wat het beroepsvoetbal betreft niet geheel duide
lijk, maar misschien heb ik dat verkeerd verstaan, namelijk of de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten ook bij die studie is betrokken.
Voor 1 juni komt er een advies, aldus de wethouder. De wethou
der ziet zelf wel aankomen of er een advies komt van de commissie
waarvan hij voorzitter is, of hij doet net als de anderen met wie hij
aan het praten is en die tussentijds in hun eigen plaatsen ook geld be
schikbaar stellen voor het betaalde voetbal. Wat dat betreft is hij dus
helemaal geen uitzondering. Ook al is er nog geen volledige eenstemmig
heid, hij kan toch gerust iets doen in Breda en dat wil ik dan óok maar
voorstellen.
De wethouder gaat voorbij aan hetgeen ik heb gezegd over de
beroepssport. Zoals ik gisteren al heb gezegd vergist men zich regel
matig door over beroepsvoetbal te spreken wanneer beroepssport wordt
bedoeld. Ik wil hiermee maar zeggen dat wanneer er een voorstel
komt om het beroepsvoetbal te steunen, de volgende dag de tafelten
nissers, de wielrenners, enz. ook op de stoep staan te dringen. Dat
moet men zich wel realiseren. Ik vrnd dat zij allemaal gelijke rech
ten hebben.
Een ander punt waarover de wethouder heeft gesproken is het
recreatiepatroon van West-Brabant. In dit verband wil ik de wethou
der wijzen op het blad "Uit" van december 1970, uitgegeven door de
V.V.V. Wanneer hij zegt dat het allemaal prematuur is geloof ik
daar namelijk niet in. In het genoemde blad staat namelijk dat het
intergemeentelijk orgaan de Baronie van Breda een startsubsidie van
10.000, -- heeft aangeboden aan het N. R. I.T., het Nederlands
Research Instituut voor Toerisme en Recreatie, in samenwerking met
de Nederlandsche Heide Mij. en de Grontmij. Welnu, of het is al ge
beurd en dan weet ik er niets van, maar dan is het voor u niet meer
prematuur, of het moet nog komen en dan is het wel prematuur. Graag
hoor ik hoe dat verder in elkaar zit.
De wethouder spreekt vervolgens over geld verschuiven. Het was
een mooi verhaal, maar er is in de loop der jaren - dat kan men in
de notulen nalezen - wel vaker een dergelijk verhaal afgestoken, zo
wel door het college als door de raad. Het is niet van vandaag of gis
teren, maar er is langzamerhand een verschuiving in het beleid ge
komen. Er is inderdaad een beleid en als dat mogelijk is zouden wij
dat gaarne zien. Op een gegeven moment moet men dat waarmaken
door een en ander aan te tonen. Ik hoop er straks nog iets meer over
te zeggen, maar ik meen dat er tekorten zijn bij jeugd, sport en re
creatie en dat er misschien iets kan worden verschoven vanuit de cul
tuursector.
Ik had graag de primeur gehad, maar de wethouder is mij voor
geweest. Ik was de heer Van Loon - en misschien ook De Stem - na
melijk een verklaring schuldig van de afkorting P. C. P. De wethouder
heeft echter netjes gezegd wat P. C.P. betekent, ik wist het gisteren
ook niet.