215
12 FEBRUARI 1971
daarmee de kous eigenlijk af is. Dat plan hebben wij weliswaar goed
gekeurd» maar de financiering is er nog niet en onze financiële posi
tie - ik herinner nogmaals aan de brief van gedeputeerde staten, die
ik in mijn betoog heb aangehaald - is nu eenmaal niet al te best. Ik
zou het college dan ook willen vragen of het niet de moeite waard is
te overwegen die zaak zo ver terug te draaien dat wij bekijken of zo'n
Pelikaanhal voor Breda-Noord niet voldoende is, wanneer dat een paar
miljoen gaat schelen. Ik hoor nu van de heer Brooimans dat de wethou
der heeft toegezegd eens met de afdeling zo'n hal te gaan bekijken,
maar daarmee zou ik in dit stadium geen genoegen willen nemen. Lie
ver zou het mij zijn als ik van het college de toezegging kreeg dat het
deze zaak inderdaad in zijn totaliteit zal bekijken, omdat het hier een
financiële kwestie betreft die van het grootste belang is. Ik ben in het
geheel geen expert op het gebied van sportzaken en evenals de heer
Brooimans een leek op het gebied van bouwprojecten, maar als het
gaat om een paar miljoen gulden in een situatie als waarin wij ons
thans bevinden wat de financieringsmoeilijkheden betreft, zou ik het
college toch dringend in overweging geven deze zaak met meer ernst
af te doen. Misschien ben ik verkeerd geïnformeerd, maar zoals het
nu gaat krijg ik de indruk, dat men zegt "het is nu eenmaal goedgekeurd,
er is niets meer aan te doen". Als dat het geval is ga ik er niet mee
akkoord.
De heer VAN OVERVELDT: Ik ben wethouder Mans erkentelijk voor
het feit dat hij heeft toegezegd de kwestie van de toeslagzegels op de
abonnementen voor het bad Wolfslaar nader te willen bezien. Dat neemt
echter niet weg dat ik toch nog steeds bezwaar heb tegen de tariefsver
hoging voor Het Ei. Dit is een bad dat, zoals gisteravond reeds is ge
zegd, een grote sociale en lokale functie vervult» Het bad voldoet niet
aan de gestelde eisen en er wordt verder niets aan gedaan, er is alleen
een voorbereidingskrediet uitgetrokken voor het jaar 1975. In dit licht
bezien is het voor mij moeilijk met deze tariefsverhoging in te stem
men.
Mevrouw STOCKMANN-VAN DER KALLEN: Ik zou bij wijze van
interruptie willen opmerken dat ik het niet eeas ben met de stelling van
de heer Sandberg dat de sportvisserij van beplantingen zou moeten wor
den overgebracht naar de dienst voor jeugd en sport.
De VOORZITTER (wethouder Broeders): U meldt zich dus ook aan
voor het gesprek met de heer Kramer, de heer Sandberg, enz. Ik neem
aan dat de wethouder er nota van heeft genomen.
De heer AMERICA: Ik heb behoefte aan nog enige informatie over
het gemeenschapshuis Tuinzicht. Het is mij bekend dat er rond 1965
een plan bestond waarvoor de tekeningen en alles klaar waren, maar
waarbij uit de berekeningen bleek dat het meer dan een miljoen zou
kosten. Nu ik hier enkele malen heb horen spreken over statusbouw
enz. zou ik graag willen weten of er geheel nieuwe plannen zijn voor
Tuinzicht, of dat men doordenkt op de bestaande plannen die reeds in
1965 in tekening zijn gebracht.
Met betrekking tot het zwembad in Breda-Noord en de opmerkin
gen die zijn gemaakt over de Pelikaanhal vraag ik mij af of de combi
natie die wij kunnen gaan bekijken geen oplossing kan vormen voor de
wijk Wisselaar. Wanneer ik namelijk hoor dat de Pelikaanhal kan voorzien