229 12 FEBRUARI 1971. sies voor de wijkverwarming hun taak formeel hebben beëindigd. Ik vind dat niet juist. Die commissies zijn ingesteld voor de tijd van het onderzoek. Dat is mijns inziens een onjuist uitgangspunt; die commis sies moeten hun taak blijven vervullen totdat het klachtenpatroon in derdaad zover is veranderd dat er vrijwel geen klachten meer zijn. Tot mijn spijt moet ik zeggen dat beslist niet alle klachten verdwenen zijn en zelfs dat het onderzoek nog niet beëindigd is, want het onder zoek van de terreinleidingen zou nog wel eens opzien kunnen baren. In het antwoord wordt voorzichtig gesteld dat in enkele delen van het net corrosieverschijnselen zijn geconstateerd. Dat is een mijns inziens wat optimistische voorstelling van zaken. Ik hoop dat het college ge lijk heeft, maar ik vrees er het ergste van. Eerlijk gezegd verbaast het mij dat van deze installatie, die pas enkele jaren in bedrijf is, de leidingen zeer sterk aangetast blijken te zijn. Het rapport over de ter reinleidingen is nog niet verschenen, dus zekerheid daarover kunnen wij nog niet krijgen. Ik vind wel dat het erg lang duurt en daarom zou ik het college willen vragen of het mogelijk is de commissies opnieuw bijeen te roepen, om dergelijke klachten regelmatig met deze commis sies te bespreken. Ik vind het niet juist dat hun taak nu formeel als be ëindigd wordt beschouwd, bovendien ben ik van mening dat de opzegging wat eenzijdig is geweest. Wat de centrale antenneinrichting betreft het volgende. Ik heb nogal wat reacties ontvangen van burgers en deskundigen uit de stad, die bij mij steeds meer vragen doen rijzen over de kwaliteit van deze anten neinrichtingen, zoals wij die op diverse plaatsen in de stad aantreffen. Een deel van deze vragen heeft betrekking op de technische uitvoering. Het is voor mij bijvoorbeeld onbegrijpelijk als een antennemast op de grond naast de flats wordt gezet, in plaats van op de hoogste flat. Ver der de beperkte ontvangstmogelijkheden, elders blijkt het aantal ka nalen veel groter te zijn, en de eventuele aansluiting op een landelijk net. Dat zijn dingen die mij nog niet helemaal duidelijk zijn. Een volgend punt waarover vragen rijzen betreft de kosten die worden be rekend. Elders blijkt het veel goedkoper te kunnen, ik vraag mij af waarom. Deze materie is te moeilijk om in deze vergadering uitgebreid op in te gaan, dat is trouwens ook niet de bedoeling van deze begro tingsbehandeling. Ik zou de wethouder echter willen vragen of hij mij kan toezeggen dat ik op korte termijn met hem en enkele ambtelijke deskundigen een gesprek kan hebben om deze kwestie nader in details te kunnen bekijken. De heer VAN GRAAFEILAND: Het centrale antennesysteem en de wijkverwarming houden de gemoederen kennelijk nog steeds bezig, want ook ik wil daarover enkele vragen op de wethouder afvuren. In het algemeen gesteld mogen wij zonder meer aannemen dat het college alles doet wat in zijn vermogen ligt om aan ongewenste toestanden een einde te maken. Naar onze mening behoort het niet naar behoren ontvangen van de televisiebeelden van Nederland 1 en 2 tot de ongewenste toestanden, vooral als dit - overigens volledig in overeenstemming met het bestemmingsplan - het gevolg is van het feit dat er een bouwplan wordt gerealiseerd, waardoor de televisieont vangst wordt afgeschermd. Kortom, dit is een ongewenste situatie waar voor op korte termijn een oplossing moet worden gevonden. Mijn frac tiegenoot de heer Sandberg heeft zich in het verleden intensief bezig gehouden met deze problematiek, met name in de wijk Doenradestraat-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 229