243
12 FEBRUARI 1971
ook in gewone taal mogelijk zou zijn. Ik geloof niet dat de methode
voorgeschreven is. Het is een methodiek om ramingen te doen en het
is altijd mogelijk te bezien of er een duidelijke simpeler wijze van ramen
mogelijk is. Ik wil daar zeker aandacht aan besteden om dat te vereenvou
digen.
De heer Roozeboom miste ook een totaal beeld van de kwantitatie
ve personeelsontwikkeling. In de nota van aanbieding staat dat het aan
tal personeelsleden de laatste jaren met respectievelijk 6 °]o en 7 °Jo is
toegenomen.
De heer ROOZEBOOM: Daar kan ik vrij weinig mee doen.
Wethouder DE RAAFF: Ik kan ook alleen maar zeggen wat er be
kend is. Daarnaast heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
een norm opgesteld. Men komt dan aan een gemiddelde voor geheel
Nederland van 2 "]o. Dit is één van de punten die nader bestudeerd moe
ten worden.
De heer ROOZEBOOM; Mijn concrete vraag luidde of u bereid was
voor de volgende begrotingsbehandeling samenvattende en gespecificeer
de overzichten te geven van het geheel. Ik vind dat van groter belang
dan de specificaties die wij in de begrotingsboeken aantreffen.
Wethouder DE RAAFF: Ik kan u dit toezeggen. Naar ik meen heeft
de heer Roozeboom ook gevraagd of die gegevens vergeleken zouden
kunnen worden met de cijfers van het voorafgaande jaar. Dat is tech
nisch niet mogelijk omdat wij steeds met een lopend jaar te maken
hebben. Wij kunnen wel een vergelijking maken met het daaraan voor
afgaande jaar.
Uit een opmerking van de heer Quadekker is gebleken dat er ver
schil van opvatting bestaat tussen hem en de heer Kramer. Ik heb dat
ook geconstateerd. De heer Kramer heeft gevraagd om toezending van
de notulen aan alle leden van het georganiseerd overleg en aan de
raadsafdeling van arbeidszaken. De overwegingen van het college staan
in de nota van antwoord.
De heer Kramer heeft zijn vragen ook gesteld bij de behandeling
van de personeelsnota. Mijn voorganger heeft toen gezegd niet tot het
instellen van een raadsafdeling voor personeelszaken te adviseren. Hij
had deze materie geheel mede voorbereid en ik meen dat wij zo kort
na die uitspraak niet tot een ander standpunt moeten komen. Boven
dien kan ik die toezegging niet doen. Deze vraag zou met de andere
betrokkenen besproken moeten worden. Het gehele reglement van or
de staat op de helling en het is best mogelijk dat de positie van de
raadsafdelingen daardoor verandert. Moeten wij dan op dit moment nog
een nieuwe raadsafdeling formeren? Het komt mij voor dat dat niet het
geval is. Er zijn ook formele bezwaren ingevolge artikel 209 p van de
Gemeentewet. Het personeelsbeleid van de gemeente is opgedragen
aan het dagelijks bestuur. Ik til niet altijd zwaar aan formele bezwaren,
maar ik zal toch echt nog eens moeten onderzoeken of ik niet in strijd
kom met die bepaling. Misschien zijn er ook nog wel praktische bezwa
ren aan verbonden. Als het personeelsbeleid is opgedragen aan het dage
lijks bestuur, moet de raad er dan ook over mee gaan praten? Er moet
toch ook een soort taakafbakening zijn. Het volgen van het voorstel
van de heer Kramer lijkt mij niet efficiënt. Dit betekent echter niet
dat ik onoverkomelijke bezwaren heb tegen het instellen van een