12 FEBRUARI 1971 256 voorstellen dat de publieke opinie zich tegen deze dierenarts keerde toen hij verscheen. Gedachtig aan de slagzin "de politie is je beste kameraad" vind ik het bijzonder jammer dat door het optreden van de politie de publieke opinie zich kon keren tegen een instelling die zoveel goed werk doet als het dierenasiel. Zou het niet veel eenvou diger zijn geweest als de politie de hond met de surveillancewagen had weggebracht. Ik zou u daarom nogmaals willen vragen de politie in dezen duidelijke instructies te geven. De heer SANDBERG: Ik ben mij er van bewust dat ik mijzelf de uiterste zelfbeperking zal moeten opleggen om in vijf minuten te zeg gen wat ik op het hart heb. Ik heb gevraagd of er van het college initiatieven zijn te verwach ten om te komen tot de instelling van een raadsafdeling voor verkeer en openbaar vervoer. Toen ik in de veilige beslotenheid van mijn studeer kamertje zat te overdenken hoe ik dat in weloverwogen woorden bij het college zou aankaarten, keek ik er iets anders tegenaan dan in de situ atie waarin ik nu verkeer. Het zal u straks wel duidelijk worden waarom. Ik kon mij namelijk nauwelijks ontworstelen aan het idee dat ik geroe pen was om namens mijn fractie een toneelstuk in vele bedrijven voort te zetten, dat eertijds onder regie van de heer Van Werkhoven is be gonnen en waarvan het mij nu misschien vergund zou zijn de finale op te voeren. Het college noemt een aantal zaken in zijn antwoord, waarna uiteindelijk de conclusie volgt dat wij niets moeten verwachten, want men doet er niets aan. Ik wil graag eerst op dat antwoord ingaan al vorens mijn eigen motieven naar voren te brengen waarom het wenselijk is wel tot instelling van een dergelijke afdeling over te gaan. In de eerste plaats noemt u de verkeerscommissie, waarbij u stelt dat de raad de bevoegdheden tot het nemen c. q. wijzigen en intrekken van verkeers maatregelen aan het college heeft gedelegeerd. Even verder staat dan: "Voordat verkeersmaatregelen door ons college worden genomen wordt door ons de verkeerscommissie gehoord. In deze commissie hebben naast deskundigen op verkeersgebied ook een drietal raadsleden zitting. Via deze raadsleden en daarnaast door middel van het stellen van vra gen kan de raad zich op de hoogte stellen c. q. houden van hetgeen er op dit gebied gebeurt". Nu heb ik zelf de eer in deze verkeerscommissie zitting te heb ben, maar helaas is die nog niet bijeen geweest, dus dat functioneert in ieder geval niet; ik kan mijn collega-raadsleden wat dat betreft nau welijks voorlichten. Daarnaast attendeert u op het instituut van vragen stellen. Mijns inziens is dat een weinig ter zake doende argumentatie. Immers, over alle onderwerpen die aan de orde komen in een raadsafdeling kunnen wij vragen stellen. Als wij op die basis doorgaan zouden wij ook kunnen zeggen: wij stellen per maand 300 vragen, dan hoeft er geen enkele raadsafdeling bijeen te komen. Ik vind dat dus geen argument om niet tot instelling van deze raadsafdeling over te gaan. Wanneer ik nu in vogelvlucht de serie vragen doorneem die met betrekking tot verkeersvraagstukken in deze raad zijn gesteld, dan kom ik vragen tegen over de verlichting van het Mgr. Nolensplein, over de wijk Heuvel en de verkeerssituatie in de Heuvelwijk, over een ac cu-vervoermiddel, het openbaar vervoer en heel veel vragen over de B. B. A. Ik zal ze niet allemaal opnoemen, want ik heb het idee dat u zelf ook wel de indruk hebt dat de verkeersproblematiek bij alle raadsleden leeft. Verder wil ik nog iets zeggen - maar ik moet mij beperken tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 256