12 FEBRUARI 1971. 258 het met mij eens zijn, de straatverlichting daar lijkt wel op een kerst stal met een aantal brandende kaarsjes, vooral wanneer over enkele maanden de bomen weer helemaal in het blad staan. Het is een hope loze situatie. Zes jaar lang hebben wij nu al om nieuwe verlichting gevraagd en daarom wil ik de wethouder vragen of hij nu concreet kan zeggen wanneer er iets gaat gebeuren. In het antwoord staat dat deze situatie waarschijnlijk in 1971 bekeken zal worden, maar dat het kre diet ervoor nog moet worden aangevraagd. De VOORZITTER: Zoals u weet is er inmiddels een motie binnen gekomen, waarvan ik u voorlezing zal doen. De gemeenteraad van Breda, ter behandeling van de begroting op 12 februari 1971 in vergade ring bijeen; gehoord de discussie omtrent de instelling van een raadsafdeling voor vervoer- en verkeerszaken; van mening dat de verkeers- en vervoersproblematiek een der grootste hedendaagse verantwoordelijkheden omvat; voorts van mening dat door de instelling van een vaste raadsaf deling voor vervoers- en verkeersaangelegenheden de raad der gemeente Breda een positieve bijdrage kan leveren aan de vroeg tijdige aanpak van de zich opdringende vraagstukken; besluit het college van burgemeester en wethouders uit te nodigen op korte termijn initiatieven te nemen teneinde de installatie van een vaste raadsafdeling voor verkeers- en vervoerszaken te bespoedigen en gaat over tot de orde van de dag. Er staan inderdaad - ik heb ze geteld - 21 handtekeningen onder de motie. De motie is dus voldoende ondersteund en maakt mede on derwerp van de beraadslagingen uit. De heer VAN OS: Wij hebben begrepen dat de inkomsten uit de parkeermeters ten goede komen aan de politie. Wij vragen ons af of dat een juiste gang van zaken is. Onzes inziens is dit een van de oor zaken van het feit dat de politie winst maakt of althans een batig sal do heeft. Natuurlijk zijn er voor de politie ook kosten verbonden aan het controleren van de parkeermeters, maar in feite gaat het om ver huur van gemeentegrond, dus ik zou mij kunnen voorstellen dat het eerder bij Openbare Werken thuishoort. De heer KROON: Ik zou graag iets willen zeggen over de motie van de heer Sandberg. Ik heb deze motie namelijk niet ondertekend, niet omdat ik het niet helemaal met hem eens ben, maar ik zou daar graag wat nadere inlichtingen over hebben. Er bestaat namelijk een commissie van advies aan het college voor verkeersaangelegenheden en ik heb mij bij vorige gelegenheden dan ook op het standpunt gesteld dat deze commissie van advies, waarin ook raadsleden zitting hebben, voldoende gelegenheid heeft om de zaken die ter sprake komen vanaf het allereerste begin mee te maken. Daarom had ik toen geen behoef te aan de instelling van een afdeling voor verkeer en vervoer. Nu heb ik uit de woorden van de heer Sandberg begrepen dat hij bij deze afdeling ook de zaken betreffende de B.B.A. wil onderbrengen. Is dat juist? De heer SANDBERG: Het openbaar vervoer in zijn totaliteit.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 258