262
12 FEBRUARI 1971
Een antwoord zal hem schriftelijk voor de volgende raadsvergadering
toegezonden worden.
Ik geloof dat er tussen de heer van Os en mij een misverstand
bestaat. Hij stelt dat een batig saldo van de parkeermeters toekomt
aan openbare werken omdat het de verhuur van gemeentegronden
betreft. Ik stel dat de opbrengst van de parkeermeters toevalt aan de
gemeente en via de post van de politie worden de parkeerwachters
betaald omdat er een directe relatie bestaat tussen parkeerwachters
en -meters.
Over de motie van de heer Sandberg wil ik kort zijn. De stand
punten zijn in het verleden voldoende uit de doeken gedaan. De op
merking ,van de heer van der Werff vind ik niet duidelijk, hij stelde
namelijk dat er geen correlatie tussen de situatie bij de motie Kramer
en de situatie bij deze motie is. Ik geloof dat dit wel het geval is.
Een van de argumenten die ik naar voren heb gebracht betreft name
lijk het wijzigen van het reglement van orde, waarbij de taak en de
functie van afdelingen veranderd kunnen worden. Ik meen dat de voor
zitter naar aanleiding van de democratise ringscommissie gesteld heeft
dat hij er niet op vooruit wil lopen. Voor de heer Kramer was dit
aanleiding het college voorlopig halverwege tegemoet te komen door
de raadscommissie te veranderen in een commissie van advies voor
het college. Ik doe met dezelfde motivering een beroep op de heer
Sandberg die motie in te trekken. Dat zou consequent zijn. De ver
keersproblematiek komt met de adviezen van de verkeerscommissie
al terecht bij de afdeling van openbare werken. Voorts moet men
zich niet verkijken op de functie van een raadsafdeling. In principe
moet die raadsafdeling de stukken die aan de raad worden toegezon
den en in de raad aan de orde komen beoordelen en ik vraag mij
af of de problematiek via de motie van de heer Sandberg tot haar
recht zal komen.
De VOORZITTER: Ik wil de heer Spanjer nog zeggen dat ik de
instructie zal bestuderen om te bezien of die aangevuld en verbe
terd moet worden op de onderdelen die bedoeld zijn door de heren
Spanjer en Jansen.
De heer SANDBERG: Ik wil de motie in stemming gebracht zien
omdat ik dit een zaak van loyaliteit vind ten opzichte van de col
lega-raadsleden die ik niet benaderd heb en hun mening niet heb
ben kunnen uitspreken.
Wethouder MELZER: Ik was een van de medeondertekenaars van
de boodschap aan het college van de lijsttrekkers. De teneur van
deze boodschap was het dichter bij elkaar brengen van het bestuur
en de bestuurden. Ook de verkeersproblematiek is hier van niet te
onderschatten betekenis. Het huidige systeem voldoet mijns inziens
niet. Op diverse vragen op verkeersgebied die ik destijds als lid
van de afdeling voor openbare werken stelde is men mij nog steeds
een antwoord schuldig. Ik zal dan ook voor de motie-Sandberg
stemmen.
Hierna wordt de motie van de heer Sandberg in stemming gebracht
en met 29 tegen 9 stemmen aangenomen.