274 12 FEBRUARI 1971 De heer Barij heeft gesteld dat wij ons over die ontruimings procedures geen illusies moeten koesteren. Ik meen in het antwoord op de algemene beschouwingen al gezegd te hebben dat wij hierin totaal geen ervaring hebben, dat er voor zover ik weet nog geen jurisprudentie is. Ik hoop niet van illusies te moeten spreken, maar ik ben mij bewust dat de heer Barij terecht heeft opgemerkt dat wij nog moeten zien of dit lukt. De heer van Merkom heeft hetgeen de heer Brooimans gezegd heeft onderschreven. Ik wil beide heren duidelijk zeggen dat wij geen prioriteit geven aan belangrijke zaken omdat er panden gekraakt worden. Zaken die door raadsleden vanuit een oprechte bewogenheid worden aangedragen kunnen evengoed als prioriteiten gesteld worden. Mevrouw van Nes heeft gevraagd wat er gedaan zal worden als een andere groep ook komt. In de nota volkshuisvesting wil ik een over zicht geven, opdat de raad en het college samen de volgorde kun nen bepalen. De heer Spanjer en mevrouw van Nes blijven bij hetgeen zij in eerste instantie gezegd hebben. Voor de duidelijkheid wil ik nog een onderscheid maken, want ik meen dat er iets via de berichtgeving in de krant van vanmorgen verkeerd overgekomen kan zijn. Toen ik sprak over de opknapbeurt van de Gerardus Majella-wijk heb ik bedragen genoemd. Het totaal van de kosten zal ongeveer 3 mil joen bedragen, waarvan 2 miljoen gevonden zal moeten worden in rijksbijdragen. De heer van Loon heeft gesteld dat desnoods maar eerder begonnen moet worden en dat wij het risico moeten nemen dat wij die bijdrage niet krijgen. Overblijft dus 1 miljoen, dat wil zeggen 100.000,-- per jaar. Ik meen dat ik vanmorgen in de krant heb gelezen dat het totale werk 100.000,-- zou kosten en het zou fout zijn als de bewoners die indruk zouden blijven behouden. Wij praten dus over 1 miljoen, of één ton per jaar als de heer Spanjer en mevrouw van Nes zeggen dat achteraf van een opening in de begroting gesproken kan worden als nu de begroting goedge keurd wordt en in maart blijkt dat die ton ergens gevonden kan worden. Ik sta op het standpunt dat iets een prioriteit moet zijn als men het zo noemt. Persoonlijk heb ik er geen bezwaar tegen de begro ting die sluitend is goed te keuren. Als men echter in plaats van belangrijke zaken iets anders liever wil zal men moeten kiezen. Met alle respect voor het standpunt van de heer Spanjer en mevrouw van Nes vind ik die standpunten wel wat moeilijk. Zij stelden dat dit eigenlijk een fictieve opening is die wij nu reeds aankondigen. De heer van Loon stelde zeer terecht dat in maart het college een voorstel zal dóen om dekkingsmiddelen voor die 100. 000,-- te vinden. Als de raad die manier niet goed vindt zal het college andere middelen moeten vinden terwijl voor mijn part ook de raad die middelen kan aangeven. Dit is een terecht standpunt. In zijn repliek tijdens de algemene..beschouwingen stelde de heer van Loon al dat 1 miljoen onttrokken zou kunnen worden uit de reserve. Wij zouden op die manier de financieringsmiddelen voor die opknapbeurt krijgen. Deze vraag ligt op het terrein van mijn collega Broeders. Wethouder BROEDERS: Ik heb de vraag van de heer van Loon al dus begrepen: Is het mogelijk een miljoen aan de reserves te ont trekken, dit bedrag aan de inkomstenkant van het budget te schrijven om de uitgaven aan de andere kant te dekken, omdat aldus, als wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 274