275 12 FEBRUARI 1971 daar goedkeuring van gedeputeerde staten op zouden krijgen, de begroting sluitend zou zijn? Dit is een dekkingsvraag en geen finan- cieringsvraag en ik moet deze vraag bevestigend beantwoorden. Deze vraag sluit aan bij de behandeling van de reserves die wij enige tijd geleden gehad hebben. Toen is gesteld dat zoiets voor éénmalige projekten gebruikt kan worden, onder de voorwaarde dat gedeputeerde staten goed keuring verlenen en dat kan moeilijkheden opleveren, zoals de heer Kroon al met betrekking tot de andere risico's heeft opge merkt. Financiering is daarmee niet verkregen. Ik meen dit in eerste instantie al nadrukkelijk gesteld te hebben. Hierna wordt hoofdstuk V zonder hoofdelijke stemming onge wijzigd vastgesteld, terwijl het voorstel tot verhoging van de leges voor afgifte van bouwvergunningen met algemene stem men wordt aangenomen. e. Hoofdstuk VI: Openbare werken. Hierbij komen tevens aan de orde: 1. het voorstel tot verhoging van de straat- en rioolbelasting en het rioolrecht; 2. het voorstel tot verhoging van het afvoer/zuiveringsrecht. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Zo mogelijk wil ik bij dit hoofd stuk nog even ingaan op vraag 70 die door mij is gesteld. Deze vraag luidde o. m."Hoe denkt het college richting te geven aan op korte termijn noodzakelijke reconstructies in de binnen stad, zolang het definitieve plan nog niet gereed is?" Daarbij is aangehaald het gebied tussen Ginnekenstraat, Oude Vest en Keizerstraat. Ik hoop dat u het bedoelde gebied kent en dat u weet in welke verregaande staat van verwaarlozing dit gebied verkeert. Er zijn plannen gepubliceerd om de Ginnekenstraat tot voetgangersdomein te maken en daarmee hangt samen hetgeen ik nu wil vragen. Ten eerste: zijn er plannen tot reconstructie van het bedoelde gebied achter de Ginnekenstraat? Indien er een plan wordt opgesteld zal duidelijk zijn dat de uitvoering nog lang op zich zal laten wachten in verband met onteigeningsprocedures e. d. Er zijn landelijk studies aan de gang om die onteigeningsprocedures te bekorten. Er wordt een systeem aanbevolen waarbij de ruilver kavelingsprocedures, die nu alleen voor agrarische gebieden wor den gehanteerd, ook in stedelijke gebieden zouden kunnen worden toegepast. Het zou hier te ver voeren daarvan de voordelen op te sommen, maar ik zou het college willen vragen of het college op de hoogte is van deze studies en zo ja, of het mogelijk is deskundige ambtenaren een proefplan te laten opstellen waarin de ontworpen methoden operationeel gemaakt worden, met name voor het bedoelde gebied. Het zou hierbij gaan om het opstel len van een experiment. Wethouder VAN DUN: De bestaande plannen van de heidemaat schappij zijn het college inderdaad bekend. Op het ogenblik denkt men er aan van het door mevrouw van Nes bedoelde gebied een "proeftuin" te maken in de zin zoals zij bedoelt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 275