12 FEBRUARI 1971 282 Vier leden van de afdeling voor onderwijs hebben over deze punten gepraat. Als men in deze afdeling over bepaalde punten wil praten is de voorzitter van die afdeling daartoe bijzonder graag bereid. Ik heb daarmee ook de vraag beantwoord van de heer Barij, het bedrag per leerling voor de school voor ziekelijke kinderen staat namelijk wat mij betreft open voor een bespreking in de afdeling voor onderwijs. Ik meen dat ik de heer van der Werff beantwoord heb door de grote onderzoeken die op dit moment in den lande verricht worden te vermelden. Onlangs las ik in een publicatie dat de gemeenten er bijzonder verstandig aan zouden doen van elkaar te leren en niet allemaal op eigen houtje allerlei werkzaamheden te verrichten. Ik moet hem toegeven dat de scholengemeenschap Haagse Beemden een gemeentezaak zou kunnen zijn, maar de heer van der Werff zal wel weten dat wij bij de scholenplanning uitgaan van de socio grafische gegevens. Als uit die gegevens zou blijken dat er voor deze school voldoende basis zou zijn zou die er komen. Ik geloof echter dat wij dit nu niet kunnen zeggen en ik veronderstel dat de heer van der Werff met mijn antwoord ten principale tevreden zal zijn. Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Ik had in tweede instantie nog iets willen zeggen over het bedrag per leerling, maar mijn verhaal komt in feite grotendeels neer op hetgeen de heer van Os heeft ge zegd. Wanneer ik dan even inga op de woorden van de wethouder, dan zou ik willen zeggen dat uitzonderingen de regel bevestigen, wan neer hij niet met die handicap zit. Wethouder BROEDERS: Ik heb juist gezegd dat ik er wel mee zit! Mevrouw WILLEMS-VAN DOORN: Ik merk er niets van! Zonder voorbij te willen gaan aan de andere facetten van het onderwijs, weegt het sociale aspect voor onze fractie zeer zwaar. Ik ben het volledig met de wethouder eens dat het in deze korte tijd niet goed mogelijk is dat nu te behandelen. Ik wil hem daar om verzoeken in de naaste toekomst een aparte afdelingsvergadering te wijden aan dit probleem. Ik hoop dat hij mij die toezegging kan doen, terwijl ik verder hoop dat de nieuwe schooladvies- en begeleidingsdienst met initiatieven zal komen om de achterblijvers bi] te trekhen, tezamen met het opstellen van de nodige plannen voor de onderwijsvernieuwing en de begeleiding daarvan. De heer AMERICA; Ik moet mijn spijt betuigen voor het feit dat wij bij dit onderwerp zo kort kunnen stilstaan, nadat wij gis teravond zo lang over andere dingen hebben kunnen praten. Ik wil het verzoek van mevrouw Willems dan ook graag uitbreiden. Naar mijn mening zijn er namelijk veel meer mensen betrokken bij deze onderwijskwestie en daarom vind ik dat een volgende keer, misschien na voorbereiding in de afdeling, deze zaken uitvoerig aan de orde dienen te komen in een raadsvergadering. Dit onder werp is namelijk bijzonder belangrijk voor ons allemaal. De heer VAN OS: De wethouder is mijns inziens wat te sum mier geweest in zijn verklaring voor het feit dat de post instand-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 282