286 12 FEBRUARI 1971 maar één zin van het college: "In afwachting van de diverse door de raad in te stellen commissies voeren wij geen beleid. Het wordt dan allemaal wel een duistere zaak. Mijn kernvraag luidt dan ook: is de wethouder bereid samen met de leden van de af deling voor culturele zaken en wat mij betreft ook in samenspraak met de nieuwe culturele raad opnieuw fris tegen het hele subsidie beleid aan te kijken en te trachten opnieuw beleidsuitgangspunten te formuleren? Wethouder MANS: Ja! De heer SANDBERG: Dank u wel. Tot slot heel in het kort nog iets over een tweetal zaken. De wethouder heeft toegezegd dat hij zich op korte termijn zal be raden over de gemeentelijke cultuurdienst. Ik zou daarbij graag op spoed willen aandringen. Twee zaken wil ik in dit verband noemen: de stedelijke muziekschool met een tekort van 450. 000, -- en met 1000 leerlingen. Wanneer wij werkelijk het stadium bereikt hebben dat elk kind, zo het daaraan behoefte heeft, gebruik wil maken van de faciliteiten van de stedelijke muziekschool, belanden wij in een onmogelijke situatie en is er voor de rest van de cultuur gewoon geen cent meer over. De stedelijke muziekschool, begrijp mij goed, heeft vanzelfsprekend mijn sympathie, maar financieel gezien zie ik haar alleen als een bijzonder groot zorgenkind. Het is mijns inziens een dringende eis dat het beleid met betrekking tot de stedelijke muziekschool gegrondvest wordt op een plan voor meer dere jaren, waarin duidelijk de ruimtelijke nood en de financiële consequenties tot uitdrukking komen. De heer FROGER: Misschien is het particulier initiatief daar goed koper! De heer SANDBERG: Zoals ik reeds heb gezegd, de cijfers zijn nu oud en daar kunnen wij op dit moment toch niets meer aan veran deren. Het tweede punt waarover ik nog een korte opmerking wil maken is de culturele raad. Ik hoop dat die instelling straks een bijdrage mag leveren om vele vaak als los zand naast elkaar opererende instellingen tot elkaar te brengen, om zodoende te komen tot een gei'ntegreerd cultuurbeleid. Wat dat betreft zou ik de wethouder de suggestie willen meegeven dat wellicht een maandelijkse bijeen komst van de leiding van het Turfschip, stadsschouwburg, Beelde naar, stedelijke muziekschool, De Trapkes, enz. nog niet zo gek zou zijn en wat mij betreft betrekt hij daarbij ook nog Oelaat, de V. V. V. en de diverse musea. Hoewel elk daarvan natuurlijk zijn eigen verantwoordelijkheidsgebied heeft en zijn eigen belang stellingssfeer, zou het volgens mij toch beslist geen kwaad kun nen wanneer men maandelijks min of meer zou worden gedwongen de zaak vanuit een andere discipline te bekijken. Mejuffrouw PAULUSSEN: Ook ik ben van mening dat er op dit moment een eenzijdig accent ligt in de subsidiëring van de cul tuur en dat cultuur wordt opgevat als kunst. Ik onderstreep hetgeen daarover is gezegd door de heren Severens en Sandberg. Te weinig aandacht wordt besteed aan de subsidiëring van nieuwe experimenten,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 286