288 12 FEBRUARI 1971 Culturele centra en schouwburgen mogen geen "kunsthallen" worden en zo zij het geworden zijn moet daar snel verandering in worden gebracht, ook in de Bredase situatie. Dat hieraan financiële conse quenties verbonden zijn en dat gezocht moet worden naar mogelijk heden om daar voor de toekomst oplossingen voor te vinden is van zelfsprekend, daar hoeven wij niet lang over te praten. Tenslotte geloof ik dat alle verantwoordelijken in de sfeer van de permanente educatie die ik straks heb opgenoemd bij elkaar zouden moeten gaan zitten om te komen tot een samenspraak en een com municatie teneinde ook op dit onderdeel tot een eenvormig beleid te komen en het isolement op te heffen. De heer KRAMER-, Algemene beschouwingen mini-cultuur, dus telegramstijl en telegraafsnelheid. Gelukkig is het onderwerp recreatie gisteren al bij jeugd en sport ingebracht. Wijziging van het cultuurbeleid ligt in de lijn der verwachting, o. a. het tot ontwikkeling brengen van de creatieve mogelijkheden in ieder mens. Via vernieuwde en verantwoorde experimenten komen wij in een nieuw cultureel vaarwater, maar die moeten niet worden opgelegd, door welke instantie ook. De maatschappij bepaalt uitein delijk door eigen gedragingen het werkelijke cultuurpatroon. In die pere zin wordt het nog steeds bepaald vanuit een geestelijke achter grond. Onderzocht zal worden of het huidige beleid ten aanzien van mo numenten, theaters, toneelgezelschappen en orkesten voldoet aan de eisen van doelmatigheid, financieel zowel als met betrekking tot de interessefactor. Bovendien moet bekeken worden of er sprake is van een evenwichtige besteding en spreiding van de beschikbare gelden. Automatisme is hier ook een nadelige factor. Laten wij vooral letten op gastregisseurs en dure decors, over de onkosten vergoedingen zullen wij maar niet spreken. Het Nieuw Rotterdams Toneel was een voorbeeld van hoe het niet moet en dat is mijns inziens geen uitzondering. Ik ben geld aan het verdienen voor de naaste toekomst voor de afdeling jeugd en sport -- ik moet het in vijf minuten doen -- die maar 6 miljoen heeft door het te halen uit de sector cultuur die 7 miljoen heeft, als dat via een doelmatig beleid kan. In dit verband noem ik vraag 264 betreffende het subsidiebedrag aan het Brabants Orkest. Dit volgt tweemaal de trend en stijgt met ongeveer 18%. Het college antwoordt dat dit verband houdt met de structurele verbetering van de salarissen. Hierover graag wat meer toelichting. Vraag 265: de studie over de bezetting van orkesten en toneelgezelschappen zou ik willen blijven stimuleren, dan ver dienen wij geld. Bij een normale bezetting moet er in de stads schouwburg per uitvoering 10, subsidie per plaats bij. Bij een geringere bezetting is dat zelfs 13, per plaats per uitvoering. Ik heb geen tijd om dat nu nader te omschrijven, maar ik heb het uitgerekend, er zijn 99 voorstellingen gepland. De heer van der Werff kwam bij de algemene beschouwingen met een papiertje naar voren en ik wil dat ook doen. Wij hebben een uitnodiging ontvangen voor het bezoeken van een tentoonstel ling. Als ik die uitnodiging bekijk lijkt die mij daarvoor wel iets te duur, dus wij kunnen geld verdienen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 288