290 12 FEBRUARI 1971 nemen en die als uitgangspunt kunnen hanteren bij het gezamenlijk bepalen van het cultuurbeleid. Een aantal punten zou ik nu willen vertellen. Wij moeten ons realiseren dat wij in de toekomst moeten komen tot de opbouw van een totaal cultuurpakket. Onder andere betekent dit -- ik hoop dat men dit zal willen aannemen -- het opstellen van een plan voor onderzoek, onder meer naar de behoefte aan bepaalde voorzieningen. Onder andere zal dat een onderzoek zijn naar de herkomst en sprei ding van de leerlingen van de stedelijke muziekschool -- dit is al in uitvoering --en een onderzoek naar de herkomst en spreiding van de deelnemers van de Beeldenaar. Ook zal een onderzoek naar het gebruik van ruimtebiedende gelegenheden worden ingesteld, als mede een onderzoek naar de functie van deze gebouwen en naar de uitbreiding van de mogelijkheden. Deze onderzoeken zullen uiter aard in samenspraak gebeuren met de culturele raad en de raadsaf- deling voor culturele zaken. Het zal een decentralisatie en regiona lisatie inhouden van activiteiten als in de stadsschouwburg en in De Beyerd plaatsvinden. Er zal service verleend worden bij de organisatie van activiteiten in wijken en programma's en exposities zullen zelfs naar die wijken toegebracht worden. Ondanks de hoge kosten geldt dit ook voor de stedelijke muziekschool. In die relatie moet naar mijn mening ook een beleidslijn ontwik keld worden en moet er een concreet programma voor de kunstzinnige vorming gemaakt worden, waarbij aandacht geschonken zal worden aan de ontwikkeling van het menselijk waarnemingsvermogen en het expressievermogen. Op deze manier zou ik een tijd kunnen doorgaan. Ik meen echter nu een aantal hoofdlijnen aangegeven te hebben die in samenspraak met de culturele raad en de raadsafdeling culturele zaken ontwikkeld zullen worden. De heer Severens heeft gevraagd naar het op elkaar afstemmen van het beleid van de dienst voor jeugd en sport en de afdeling culturele zaken. Dit college heeft gemeend de portefeuilles zodanig te moeten verdelen dat jeugd en sport en culturele zaken in één hand terecht gekomen zijn. De afstemming en de coördinatie zal in de toekomst moeten voortvloeien uit een stuk praktische confrontatie. Ik zeg u dat wij dit in de praktijk reeds doen en in de toekomst nog meer zullen doen. Er zullen gezamenlijke stafbesprekingen gehouden wor den met de afdeling culturele zaken en de dienst voor jeugd en sport en men moet mij niet euvel duiden dat ik op dit moment nog niet kan zeggen hoe de organisatorische vormgeving er uit zal zien. In de toekomst zal er eenter ongetwijfeld een bepaalde structuur uit voortvloeien. Men heeft gevraagd naar de verhouding tussen de culturele raad en de afdeling culturele zaken. Ik meen formeel te moeten ant woorden dat de afdeling culturele zaken de raad adviseert, terwijl de culturele raad het college van burgemeester en wethouders advi seert. Gepleit is voor de Trapkes, in relatie tot het experimenteer- fonds. Ik kan de heer Severens mededelen dat wij deze week nog een gesprek met De Trapkes gehad hebben over de financiële situatie. Het belang van De Trapkes, ook gezien de rol die gespeeld werd in het verleden, wordt erkend en volgende week vrijdag zal een gesprek plaatsvinden waarin zal worden bezien of de moeilijkheden opgelost kunnen worden. Wij zijn bezig met een voorstel dat mogelijkerwijze zal leiden tot de inrichting van de Witte Wijngaard, opdat De Trapkes kan optreden als aan de te stellen eisen wordt voldaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 290