291 12 FEBRUARI 1971 Ik meen hiermee de heer Sandberg beantwoord te hebben, Hij heeft gepleit voor spoed met de gemeentelijke cultuurdienst en ik kan hem mededelen dat wij ons in het college op dit moment be zinnen op die cultuurdienst. Graag onderstreep ik dat de muziekschool een zorgenkind is. Ik meen dat wij bij het voeren van een beleid zeker met plannen voor meerdere jaren zullen moeten werken. Ik stel mij voor binnen niet al te lange tijd met een voorstel inzake de muziekschool bij de raad te komen. Betreffende de ruimte kan ik mededelen dat het pand aan de Catharinastraat 20 mogelijk reeds per 15 maart betrokken zal kun nen worden, waarmee de huisvestingsproblemen van de muziekschool voorlopig zijn opgelost. Er zijn opmerkingen gemaakt over het éénmaal per maand bijeen- halen van allerlei personen om één tafel. Men stelt dus dat de mensen van De Trapkes, de bibliotheek, de Beyerd, de schouwburg en Bouvigne aan één tafel gaan zitten om met elkaar te praten. Ik kan de heer Sandberg mededelen dat er een overlegorgaan is dat onder leiding van de heer Bolwerk, chef bureau culturele zaken, als zodanig fun geert. Wij zijn zeker van zins dit overlegorgaan een bredere inhoud te geven. Mejuffrouw Paulussen heeft onder meer een pleidooi gehouden voor de permanente educatie. Ik moet zeggen dat deze zaak in het kader van het culturele beleid zeker de aandacht van het college heeft. Er is gepraat over de verdeling van de verschillende portefeuilles. Ik wil niet zeggen dat de verdeling zoals die tot stand gekomen is niet de juiste is, maar ik geloof dat het duidelijk is dat de omvang van de zaken en de verscheidenheid van de betrokken disciplines vele leden van het college bij de permanente educatie betrekt. Dat houdt een voordeel in, het probleem zal vanuit de verschillende disciplines op verschillende wijzen worden belicht. Graag geef ik toe dat een duidelijk en goed samenwerkingsverband een noodzaak is. Daartoe bestaan mogelijkheden. Ik denK in dit verband aan projectgroepen. Vanmorgen heb ik in het kader van de recreatie reeds het een en ander aangeduid en op dit moment onderzoeken wij of er een project groep jeugd in het leven te roepen is die eens moet nagaan wat het gemeentelijk beleid ten opzichte van de jeugd nu eigenlijk inhoudt. Mejuffrouw Paulussen mag niet vergeten dat het gemeentebeleid dat bijv. ten aanzien van de permanente educatie gevoerd wordt niet losgezien kan worden van ontwikkelingen en structuren in het land. Dit geldt ten aanzien van het onderwijs, de vorming, het welzijns beleid en de totale permanente educatie. De heer Kramer heeft gesteld dat de wijziging in het cultuur beleid in de lijn der verwachting ligt. Ik geloof dat ik de heer Kramer ook mag verwijzen naar de uitgangspunten die ik kort heb geformuleerd. Hij zei geld te gaan verdienen en hij heeft een aantal wegen aangegeven waarop dat geld kan worden verdiend. Een aantal heb ik er aangetekend en in de notulen zal ik de andere lezen en bestuderen. Als ik inderdaad geld kan verdienen en dat geld kan besteden op een wijze die past in de opvatting van de raad en het college wat betreft het te voeren cultuurbeleid zal ik die suggesties graag overnemen. Ik kan mij voorstellen dat de heer Kramer wat ongerust is over die cultuurdienst. Hij moet niet denken dat het antwoord op vraag 252 een afhoudertje is. Het college bezint zich op dit moment op die situatie. Een aantal weken geleden zijn wij er mee bezig geweest.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 291