303 12 FEBRUARI 1971 namelijk dat wij bij dit punt nog de gelegenheid zouden krijgen voor de laatste maal over de totale begroting ons oordeel te geven. Nu blijkt echter uit uw reactie dat dit eigenlijk niet de Dedoeling is. De VOORZITTER: Wat dat betreft moet ik u zeggen dat ik meen bij dit punt 7 voldoende gelegenheid te hebben gegeven voor discussie en om aan te geven op welke punten men het niet met de begroting eens is, maar vanzelfsprekend is het eindoordeel over de begroting voor 1971 nog steeds aan de orde. De heer CRUL: Het punt waar het om gaat is dat wij nog steeds moeite hebben met het bepalen van ons eindoordeel. Ik begrijp nu dat wij nog antwoord krijgen op hetgeen de heer Van Os heeft gesteld en wat ik nu ga zeggen. Bij de algemene beschouwingen hebben alle fractievoorzitters de huisvesting genoemd als eerste prioriteit en dat is in feite in de hele verdere behandeling zo gebleven, terwijl het zoals reeds gezegd nog eens extra is vastgesteld in de discussie tussen de heren Broeders en Van Dun en onze fractiegenoot de heer Spanjer. Ik meen te hebben begrepen dat wethouder Broeders vooral de nieuwe leden van de raad - want die hebben er de meeste moeite mee - in het labyrint van de begroting wil bijstaan. Waar het ons nu dus om gaat is dat wij ons ons eindoordeel voorbehouden tot wij daarop antwoord hebben gekregen. Aan het slot van de behandeling van het hoofdstuk volkshuisves ting is gesteld dat er f 1 miljoen zal worden overgebracht van de re serve naar de andere kant. Betekent dit concreet voor de plannen op het gebied van de huisvesting, zowel wat de dekking als wat de finan ciering betreft, dat die plannen veilig zijn gesteld? De heer VAN LOON: Dat bedrag van 1 miljoen is duidelijk genoemd als voorbeeld. Het feit dat wij vanavond deze begroting zullen aannemen of niet aannemen betekent vanzelfsprekend niet dat wij die begroting een volgende keer niet kunnen wijzigen; het eerste wijzigings voorstel is bij dit punt zelfs al aan de orde. Dat betekent echter niet dat wij in de volgende vergadering of in maart - ik meen dat het col lege heeft toegezegd dat er in maart een nota komt over deze proble matiek - Wethouder VAN DUN: Ik heb het al driemaal uitgelegd, maar om misverstanden te voorkomen zal ik het nog eens doen. Die nota komt op middelkorte termijn, het raadsvoorstel voor de opknapbeurt komt in maart. De heer VAN LOON: Juist. In maart komt deze zaak dus opnieuw aan de orde en dan kunnen wij gewoon de begroting wijzigen. Naar mijn opvatting kunnen wij op dit moment dus rustig de begroting vast stellen, om vervolgens het voorstel van het college af te wachten en in maart te beslissen waar wij de dekkingsmiddelen vandaan halen en hoe wij deze zaak financieren. Wethouder BROEDERS: Ik kan mij heel goed voorstellen dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 303