12 FEBRUARI 1971
306
weer aanleiding gaf tot grote vreugde bij het college. Zoals u hebt be
grepen heeft dit college uitgemunt in het doen van toezeggingen die,
dat wil ik graag herhalen, allemaal zijn aangetekend. Wij hadden on
ze papieren bij de hand en wij zullen er zeker op toezien dat die toe
zeggingen ook gehonoreerd worden.
Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat wij - maar ik ga
daar nu niet verder op in - ons nog eens zullen moeten bezinnen op
de hele procedure die wij bij de begrotingsbehandeling volgen. De
functie van het vraag- en antwoordspel, de behandeling van de begro
tingen van de takken van dienst, de functie en de waarde van de replie
ken op de algemene beschouwingen, alsmede het succes dat wij heb
ben geboekt bij de spreektijdbeperking, vanavond meer nog dan woens
dagavond, doen mij als ik het allemaal nog eens overzie tot de slotsom
komen dat wij toch een succesvolle begrotingsbehandeling achter de
rug hebben. Ik ben erg blij dat wij zo prettig en in een zo goede sfeer
hebben kunnen vergaderen. Ik mag u tenslotte nog meedelen dat de
volgende begrotingsbehandeling voor het jaar 1972 zal plaatsvinden
op 23, 25 en 26 november 1971. Bovendien heb ik in mijn agenda staan
dat er mogelijk op de 27e - dat is een zaterdag - een uitloop zal zijn.
De heer KROON: Voor het eerst optredend als nestor van de raad
om traditiegetrouw aan het slot van de begrotingsbehandeling een enkel
woord namens de gehele raad te spreken, kom het gewicht van deze
functie bijzonder duidelijk op mij af. Zij drukt zwaar op mij en ik
heb dan ook diep respect voor al mijn voorgangers in deze functie.
Wat is namelijk het geval? De nestor wordt bij bijzondere gele
genheden geroepen namens de gehele raad te spreken. Nu, ga daar
maar aan staan.' Een raad die zo verschillend denkt over alle mogelij
ke en soms ook onmogelijke problemen, zoals in de afgelopen dagen
wel is gebleken. Daar komt nog bij dat men voor een dergelijke func
tie niet wordt gekozen of uitgeselecteerd, bijvoorbeeld om verbinden
de kwaliteiten, integendeel. Op een gegeven moment ben je eenvou
digweg - en naar mijn smaak meestal te vroeg - de oudste van dit
hooggeachte gezelschap. Verondersteld wordt dan dat je de gevoelens
van de raad wel in een grootste gemene deler kunt vertolken en daarom
heb ik dan ook groot respect voor mijn voorgangers, waarvan ik er vier
heb meegemaakt.
Het lijkt moeilijk, maar toch kwamen zij er altijd weer onge
schonden van af en ik zal het dan ook maar proberen. Ik wil dan be
ginnen met u, mijnheer de voorzitter, dank te zeggen voor de zeer
prettige en soepele leiding van de vergaderingen; net niet te strak en
net niet te soepel. Overschrijding van de afgesproken spreektijdbeper
king kon er nog wel mee door. Vervolgens dank ik het hele college
voor de aandacht die het heeft besteed aan al onze verlangens en wen
sen. Ik dank het voor de uitvoerige beantwoording en wens het vooral
ook sterkte bij de uitvoering van alle toegezegde nota's, plannen en
voornemens. In deze dank wil ik ook graag betrekken alle ambtenaren,
die met veel geduld in de ambtelijke loge onze verhalen hebben aan
gehoord. Verhalen die, als ze de moeite waard zijn, straks in voorstel
len van het college zuilen worden verwoord. Dat hopen wij tenminste
allemaal.
Onze dank gaat ook uit naar de mensen van de pers voor hun
blijvende aanwezigheid en voor hun verslaggeving van wat zij voor
publikatie het meest geschikt achtten. Daar kan men natuurlijk over
van mening blijven verschillen, maar dat zullen wij maar niet doen