18 FEBRUARI 1971 320 In het vorenstaande hebben wij aanleiding gevonden de betreffende gemeentelijke functionarissen mede te delen: 1. dat de visserij met uitzondering van de procedure tot het ver lenen van bevissingsrechten het vaststellen van de daaraan te verbinden voorwaarden en het uitzetten van pootvis, behoort tot de portefeuille van de wethouder voor jeugd, sport en re creatie, met als adviserende en uitvoerende instantie de dienst voor jeugd en sport en als functionele instantie ter secretarie de afdeling welzijnszorg; 2. dat de sub 1 genoemde beperkingen behoren tot de portefeuille van de wethouder voor ruimtelijke ordening en openbare werken, die daarin wordt bijgestaan door de dienst van beplantingen voor wat betreft het uitzetten van pootvis en het verlenen van visrechten in waterpartijen deel uitmakende van parken en plant soenen en door de dienst van openbare werken voor het verlenen van dergelijke rechten in andere wateren, met als begeleidende afdeling ter secretarie de afdeling volkshuisvesting. Ter voorkoming van misverstand zij vermeld, dat het verlenen van visakten en hengelbewijzen blijft gebeuren bij afdeling bevolking. Op het in de aanhef van de vraag genoemde subsidieverzoek d. d. 15 februari 1970 van de Baroniese hengelaars hebben wij op 15 sep tember 1970 afwijzend beschikt omdat wij van mening zijn dat wan neer de vereniging in de vorm van informatie en aansluiting bij andere verenigingen meer service aan haar leden of groepen daar van wil verstrekken, van de begunstigden een financiële tegenpres tatie verwacht mag worden. Dit verzoek was gericht aan ons col lege en niet aan de gemeenteraad. Op 17 mei 1968 heeft dezelfde vereniging naast het verzoek om haar visrecht te geven onder meer op de beide Wilhelminavijvers, tevens gevraagd de met haar gesloten huurovereenkomst ingaande 1 januari 1969 met zes jaar te verlengen, hetgeen de Kamer voor de binnen visserij heeft ingewilligd. De uit dien hoofde opgemaakte nieuwe huurovereenkomst is op 2 april 1970 in concept aan meergenoemde vereniging ter beoordeling toegezonden. In augustus 1970 heeft zij bericht met dit ontwerp - waarin op diverse punten aan de verlangens van de vereniging is tegemoet gekomen - akkoord te gaan. De overeenkomst strekt zich uit tot alle wateren waarop Breda het visrecht heeft, met uitzondering van de waterpartij in het Wilhel- minapark, achter de kerk aan het Hooghout, in het Liniekwartier, in het van Sonsbeeck- en Zaart-park en aan de westzijde van Ruitersbos. Wij hebben gemeend de vijvers in het Wilhelminapark, waarop de Baroniese hengelaarsvereniging nimmer formeel recht heeft gehad, uitsluitend te moeten reserveren voor het vissen door bejaarden en invaliden via de hengelsportvereniging voor bejaarden en invaliden, die is ontstaan uit het streven van bejaarden naar een eigen ver eniging met eigen viswater. Door hun glooiende oevers lenen deze waterpartijen zich bijzonder voor het hengelen door deze categorieën.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 320