321 18 FEBRUARI 1971 De overige uitgezonderde vijvers zijn bedoeld voor het hengelen door de ongeorganiseerde jeugd. Deze beperkingen belemmeren o. i. de Baroniese hengelaarsvereni ging niet, althans niet noemenswaard in haar ontplooiing. Waar derhalve deze vereniging geen rechten heeft op de gemeentelijke vijvers, bestaat er geen aanleiding haar bij te staan in het voorge nomen biologisch visonderzoek waarvan in de vraag sprake is. Het komt ons voor dat de bejaarde en invalide (ook) wel zijn vaste visplekje zal hebben, waarvoor het lidmaatschap van een van ge noemde verenigingen voldoende is. Genoemde brief van 23 mei 1969 van de directeur van gemeente beplantingen is uitsluitend toegezonden aan de houders van een vis vergunning in het jaar 1968/1969 voor de gemeentelijke vijvers. Der halve niet zoals de vraag suggereert aan de ruim 300 bejaarde en invalide leden van de Baroniese hengelaars. Deze brief beoogde in afwachting van de vernieuwing van de over eenkomst met deze vereniging- welke inmiddels tot stand is ge komen - een tijdelijke regeling te scheppen voor het bevissen van de gemeentelijke visvijvers in het seizoen 1969/1970, doch uitslui tend voor bejaarden en invaliden die daartoe ook in de voorafgaande periode gerechtigd waren. Inderdaad valt uit de brief te lezen dat het de bedoeling was ook deze vijvers aan meergenoemde vereniging te verpachten. Toen echter in het voorjaar 1970 de hengelsportvereni ging voor bejaarden en invaliden werd opgericht, waarvan genoemde houders van een visvergunning mededeling is gedaan, hebben wij het juister geoordeeld, waar deze wateren al gereserveerd waren voor deze groepen, haar streven naar eigen viswater te moeten steunen waarin de andere vereniging, blijkens de aitkoordverklaring zonder protest van het met haar te sluiten contract, geacht mag worden te hebben bewilligd. VRAAG, (gesteld in de raadsvergadering d, d. 17 december 1970) De heer VAN OS: er zijn in Breda veel klachten over de kamer- verhuur aan studenten en buitenlandse arbeiders. Ik neem aan dat de overheid niet over middelen beschikt om de huren van deze kamers te controleren en eventueel te corrigeren, maar dat geldt misschien wel ten aanzien van de toestand van deze kamers. Ik heb mij nog niet door alle kilo's papier heengeworsteld die er in Breda bestaan aan verordeningen, maar ik vraag mij af of de logiesverordening eventueel toereikend is voor een passende controle. ANTWOORD. Tot dusver bestaat in deze gemeente alleen een verordening op de brandveiligheid in gebouwen, welke als logiesinrichtingen worden ge bruikt. Er is echter een verordening op logeer- en kamerverhuur- inrichtingen in voorbereiding, in welke verordening niet alleen brand veiligheidseisen zullen worden gesteld doch ook voorschriften zullen voorkomen betreffende gezondheid, zedelijkheid, woonhygiëne, huis vesting etc.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 321