323
18 FEBRUARI 1971
2. Zo ja, is het college bereid voorafgaande aan verdere plan
nen en voorstellen hieromtrent een hearing in de wijk te or
ganiseren waarop de bewoners over deze zaak kunnen worden
ingelicht en gehoord?
ANTWOORD.
In de eerstvolgende raadsvergadering zal aan de orde worden gesteld
ons voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet voor de re
constructie van een gedeelte van de Julianalaan en van de Dr. Struycken-
straat met de toeleiaende wegen.
Uit ons voorstel zal blijken, dat het inderdaad in de bedoeling ligt
om van de Dr. Struyckenstraat een weg te maken met twee door
een verhoogde middenberm gescheiden rijbanen. Op vragen, die ons
college indirect hebben bereikt zullen wij in bedoeld voorstel zo con
creet mogelijk ingaan en wij menen, dat dit voorstel zoals dat te
doen gebruikelijk is via de pers zo uitvoerig mogelijk ter kennis
van belanghebbenden zal worden gebracht.
Mochten er daarna nog vragen onbeantwoord blijven en men brengt
deze te onzer kennis dan zijn wij uiteraard gaarne bereid elke ge
wenste nadere informatie te verschaffen.
VRAAG, (gesteld in de raadsvergadering d. d. 17 december 1970)
De heer SEVERENS: betreft het plaatsen van een tankstation
voor de flat aan de Loevesteinstraat, terwijl enkele tientallen me
ters verder van hetzelfde garagebedrijf Jonef een ander tankstation
staat.
a. Kan het college meedelen wanneer door de raad toestemming
is verleend voor de bouw van dit tankstation op 15 meter voor
de flat aan de Loevesteinstraat, terwijl dit tankstation niet is
opgenomen in het vastgestelde bestemmingsplan Ijpelaar 1961
en 1966?
b. Is het college niet van mening dat welzijnsmotieven voor de
flatbewoners bij deze beslissing zwaarder hadden moeten wegen
dan louter economische overwegingen?
c. Deelt het college de opvatting dat de bewoners van deze flat
overlast van dit tankstation zullen ondervinden, zoals lawaai,
luchtvervuiling en een gevaarlijke verkeerssituatie en wil het
college daarom nagaan of realisering van dit tankstation nog
voorkomen kan worden? Zo dit niet het geval is, wil het col
lege dan bevorderen dat via geëigende maatregelen de overlast
voor de flatbewoners zoveel mogelijk wordt beperkt?
ANTWOORD.
Op 10 december 1968 hebben wij onder nummer V/18780 met toepas
sing van artikel 20 der wederopbouwwet aan N. V. Jonef een ver
gunning verleend tot het bouwen van een benzineverkooppunt aan de
Loevesteinstraat; gedeputeerde staten hebben op 15 januari 1969 hier
aan hun goedkeuring gehecht. Genoemd artikel van de wederopbouw
wet, dat sinds 1 augustus 1970 is vervallen gaf aan het college van
burgemeester en wethouders de bevoegdheid om onder goedkeuring
van gedeputeerde staten vergunningen te verlenen voor bouwplannen
die afweken van ter plaatse geldende bestemmingen.