18 FEBRUARI 1971
324
Tegen het bouwplan zijn geen bezwaren ingediend; de woningbouw
vereniging St. Laurentius is destijds als toekomstig eigenaresse van
de aangrenzende gronden op de hoogte gesteld van het onderhavige
bouwplan, doch heeft daartegen geen bezwaar gemaakt.
Of motieven van welzijn of economie prevaleren is vaak afhankelijk
van persoonlijk bijkomende omstandigheden.
Voorts hebben de voorwaarden, die aan de voor deze inrichting reeds
verleende hinderwetsvergunning zijn verbonden, tot doel, de eventuele
overlast, die aan omwonenden wordt berokkend en welk een direct
gevolg is van de werking van bedoelde inrichting, tot een minimum
te beperken.
VRAAG, (gesteld in de raadsvergadering van 17 december 1970)
De heer SEVERENS: achter de flat aan de Loevesteinstraat
aan de Balkonzijde bevindt zich reeds vijf jaar een urinoir dat
alleen wordt gebruikt als speelobject voor kinderen uit de omgeving
terwijl het verder fungeert als een ontmoetingsplaats voor loslopende
honden. Aangezien dit urinoir op deze plaats voor de flatbewoners
alleen maar ongerief oplevert, verzoeken wij U dit urinoir te ver
plaatsen. Ongetwijfeld zal het op een andere plaats in de gemeente
in een grotere behoefte kunnen voorzien.
ANTWOORD.
Alhoewel ons college van mening is, dat op plaatsen waar onder
andere veel bedienend personeel kan komen, zoals bij flats, een
urinoir nuttig kan zijn, zal onverwijld worden uitgezien naar een
geschikter plaats voor dit urinoir in de omgeving van de Doenrade-
straat.
VRAAG, (gesteld in de raadsvergadering van 17 december 1970)
De heer JANSEN: vraag over punt 4 q, bijlage 406a van de
agenda voor de vergadering van 17 december 1970.
Ik ben van mening dat de wethouder mijn vraag niet goed heeft
begrepen. Ik zou dan ook graag een toelichting willen geven op
mijn vraag. In het betreffende stuk stond dat indien het werk voor
1 september 1971 gereed komt, de Centrale Suiker Maatschappij
hierin voor de helft participeert. Mijn vraag luidde; als het werk
op 1 september 1971 niet gereed is, wie betaalt dan die 50% en
indien de gemeente hiervoor aansprakelijk is, hoe denkt zij dan
dit risico te dekken? Een normale wettelijke aansprakelijkheids
verzekering voorziet hierin niet, omdat dit niets met wettelijke
aansprakelijkheid uitstaande heeft. Ik hoop alsnog een antwoord
op deze vraag te krijgen.
ANTWOORD.
Volgens artikel 1 van de overeenkomst met de C.S. M. wordt het
werk voor rekening en risico van beide partijen (gemeente en C.S.M.
uitgevoerd. Volgens artikel 4 komen de kosten van de werken voor
50% voor rekening van de C.S.M.
Noch de betalingsplicht van de C.S.M., noch de kostenverdeling
zijn direct afhankelijk gesteld van de datum van oplevering. De