339 18 FEBRUARI 1971 Wethouder BROEDERS: Ik bedoel Wolfslaar. De heer VAN DER WERFF: U sprak over een kasteel. Wethouder BROEDERS: Dat komt doordat Wolfslaar in mijn ogen ook een kasteel is, ik kijk daar altijd zo geweldig tegenaan. Het laatste heeft dus inderdaad betrekking op Wolfslaar. Er is gevraagd naar de vordering van de gemeente. De vor dering bestaat uit de huur over de periode 1 november 1969 tot de datum waarop de huur is opgezegd, dat is in totaal 45.818.--. De heer AMERICA: Is ook bekend wanneer de huur is opge zegd? Wethouder BROEDERS: Die is opgezegd per 16 februari. De heer AMERICA: Was dat eergisteren? Wethouder BROEDERS: Ja, als het vandaag de achttiende is, was dat inderdaad eergisteren! De heer VAN DER WERFF: Kan de wethouder meedelen of voor die tijd de huurpenningen zijn geihd? Hoe gaat dit verder? Wethouder BROEDERS: Die zijn niet geihd, want dit is een volle dige vordering. De heer BARIJ: Door wie is de huur opgezegd? Wethouder BROEDERS: Door de gemeente, hoewel ik moet zeggen -- maar daar kom ik straks nog op terug -- dat daarover ook nog een bespreking heeft plaatsgevonden. De verbouwingskosten die door de gemeente voor de stichting Bouvigne zijn gefinancierd en die nog niet zijn betaald bedragen 9163, 95. Er is doordat de huur te laat betaald is een renteverlies van 1578,09 en een renteverlies op de verbouw ingskosten van 486,83, in totaal 57.046,87. Vervolgens heeft het energie- en waterbedrijf op de stichting Bouvigne ik weet niet of ik dat allemaal moet specificeren, al wil ik het graag doen -- ten aanzien van Wolfslaar en kasteel Bouvigne een vordering van in totaal 4065,65. De heer VAN OS: Vanaf welke datum zijn deze rekeningen niet betaald? Wethouder BROEDERS: Voor Wolfslaar vanaf oktober 1970 en voor Bouvigne vanaf januari 1971. Daar moet een opmerking bij worden gemaakt, namelijk dat -- u ziet dat zelfs het ENWA er nu moeilijkheden mee krijgt -- op dezelfde kabel als kasteel Bouvigne ook de school voor gezinsverzorgsters zit en wij weten niet precies hoe dat uit elkaar moet worden getrokken. De heer VAN BANNING: Dat is mijns inziens geen bezwaar, want die school is onderhuurster van de Pius X-stichting.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 339