386 18 MAART 1971 In een recente publikatie in vrijwel alle publiciteitsmedia is een aantal cijfers genoemd over het druggebruik onder scholieren. Het betrof hier een onderzoek onder leerlingen van middelbare scholen, H. T. S.-en en kunstacademies. Hoewel 12- en 13-jarigen in het onderzoek betrokken waren, bleek dat 10% wel eens in aan raking kwam met drugs en 2\°/o zelfs regelmatig. Omdat deze cijfers op de jeugd betrekking hebben en dit onzes inziens meer een sociaal- medisch probleem is aan een justitieel probleem, wil ik de volgende vragen stellen: a. is het college van mening dat er ook een taak ligt voor de ge meentelijke overheid en ae haar ten dienste staande instanties om het toenemende gebruik van drugs onder de jeugd te bestrijden door actieve en gerichte voorlichting? b. Welke maatregelen zijn reeds door U genomen en welke maatrege len kunnen wij, zo U positief reageert op deze vraag, tegemoet zien en op welke termijn. ANTWOORD. Ons college is van mening, dat er voor de gemeentelijke overheid in het kader van haar verantwoordelijkheden ten aanzien van de volks gezondheid en de adolescentieproblemen in hun algemeenheid ook een taak ligt met betrekking tot het druggebruik: a. Preventieve voorlichting. Door de afdeling jeugdgezondheidszorg van de gemeentelijke genees kundige en gezondheidsdienst wordt getracht door voordrachten voor onderwijzersorganisaties, docenten corpora, leerlingenverenigingen, sozen, ouderavonden en organisaties van werkende jongeren en jeugd, direct of indirect informaties te verschaffen over drugs. Ook vanuit de dienst voor jeugd en sport wordt in overleg met particuliere in stellingen als het stedelijk Jeugd- en Jongerencentrum en Provadya voorlichting gegeven. De werkgroep kritische filmers heeft in samen werking met de dienst voor jeugd en sport en de gemeentelijke ge neeskundige en gezondheidsdienst een compleet informatieprogramma opgesteld (film, dia's, folders e.d. Ondanks deze activiteiten lijkt het nog prematuur te spreken van een systematische en de totale jeugd omvattende informatie en voorlich ting op dit terrein. b. De opvang van de zogenaamde "lichte gevallen". In 1970 heeft de gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdienst een adolescentenspreekuur ingesteld. Het individuele contact tus sen arts en adolescent - dit betreft zowel schoolgaande als werkende jeugd - biedt reeds een goede mogelijkheid tot opvang van adoles centieproblemen, waaronder de problemen rond het gebruik van drugs. In dit verband dient ook gewezen te worden op de activiteiten, die momenteel in deze gemeente in samenwerking tussen over heid en particulier initiatief ontwikkeld worden om te komen tot. oprichting van een jeugdadviescentrum. De plannen hiertoe ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 386