413 18 MAART 1971 zaak. Over de bomen heb ik al gesproken. Dan krijgen wij de epineuze vraag van de heer Sandberg, die zegt dat hij bij de begrotingsbehandeling heeft aangedrongen op de in stelling van een raadsafdeling voor verkeer en vervoer, hetgeen ook door de raad is aanvaard. Hij vraagt zich af of een dergelijke afdeling niet de aangewezen instantie is om deze zaak van de Dr. Struycken- straat te behandelen. Ik hoop dat de heer Sandberg er begrip voor heeft dat, wanneer hij in februari deze vraag stelt, het college niet een maand later al kan komen met een voorstel voor de instelling van deze afdeling. Daar is namelijk een aantal wijzigingen van het reglement van orde voor nodig, die bekeken worden door het bestuur van het ka binet en door andere afdelingen. Het is toegezegd, die afdeling komt er, maar om nu te zeggen dat alles moet wachten, ook belangrijke zaken, tot die raadsafdeling er is vind ik niet reëel, temeer omdat deze hele affaire besproken is in de toenmalige verkeerscommissie en driemaal aan de orde is geweest in de raadsafdeling voor openbare wer ken. Anderzijds is het natuurlijk een feit dat, wanneer deze raadsafde ling op dit moment had bestaan, dit stuk daar vanzelfsprekend aan de orde zou zijn gekomen. Mevrouw Van Nes heeft het over de voorlichting en stelt dat de bewoners van de wijk niet in de hele zaak zijn gekend. Ik heb verteld hoe de situatie is en mededeling gedaan over het contact met de stich ting Wijkbelangen de Heuvel. Zeer terecht stelt zij dat hierbij ook de kwestie van het woonmilieu aan de orde is. Ik ben het daarmee eens, maar ik geloof dat het woonmilieu naast een heleboel andere zaken ook omvat de bereikbaarheid van de woning. Dat geldt voor veel men sen en dan ben ik van mening dat het rijden op de weg en het wonen langs de weg op een adequate manier hand in hand moeten gaan. Er zal dan op een bepaald moment in een bepaalde situatie een prioriteit moeten worden gesteld. Ik vind het vervelend, maar een zekere over last - al moeten wij die ook weer niet overtrekken - zit er inderdaad in voor de bewoners van de Dr. Struyckenstraat. Over het alleen beveili gen van de kruispunten met verkeerslichten heb ik zojuist al gesproken, dat is een moeilijke zaak. De heer Brooimans vraagt zich af of deze reconstructie nu wel zo belangrijk is en of de Ginnekenweg niet veel belangrijker is. Ik heb mij door de politie laten verzekeren dat de resultaten van de verkeerstelling op de Ginnekenweg beduidend lager liggen dan die in de Dr. Struycken straat en verder dat een eventuele reconstructie van de Ginnekenweg in het geheel niet aan de orde kan komen, omdat de situatie daar totaal anders is, zelfs al zouden wij het willen. Met zijn opmerking dat wij het aanzien van de stad moeten bewaren ben ik het helemaal eens. De heer Kroon gaat akkoord met het plan. De heer Jansen heeft gevraagd naar voorzieningen voor het parkeren. Die zijn in zoverre niet moeilijk dat er vervangende parkeerruimte is gevonden in de stra ten naast en achter de Dr. Struyckenstraat, zo zelfs dat, zoals men heeft kunnen lezen, niet zal worden begonnen met de reconstructie dan nadat deze parkeerplaatsen zijn gecreëerd. Het bedoelde stuk grond bij de apotheek is helaas geen eigendom van de gemeente. Er is wel over gesproken, maar wij kunnen daar niet over beschikken. Dat de stichting Wijkbelangen is beloofd dat zij zal worden gekend in wijzigingen in de plannen is misschien een verkeerde interpretatie van wat er is gezegd, maar ik wil daar de notulen van de betrokken bijeen komst op nalezen. Er is alleen gezegd dat, ik herinner mij het letterlijk, gaandeweg de reconstructie er in details nog veranderingen kunnen komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 413