18 MAART 1971
414
Wanneer iemand plotseling morgen een detail ziet in de plannen dat
beter kan - dat is al enige keren gebeurd - dan is het altijd mogelijk
het plan op een dergelijk detail te wijzigen.
De heer Gielen rijdt volgens mij op de goede momenten door
de Dr. Struyckenstraat, als het niet druk is. Mijns inziens is de Dr.
Struyckenstraat qua functie niet vergelijkbaar met de noordelijke rond
weg. Verder zegt hij, en dat is voor mij een beetje moeilijk, dat wij
deze 2 miljoen beter kunnen besteden voor het renoveren van wonin
gen. Dan zitten wij op het snijpunt van zaken die aan de orde moeten
komen. Het college kent een bijzonder hoge prioriteit toe aan de huis
vestingsproblematiek, waaronder ook het renoveren van woningen valt.
Het meent echter ook prioriteit te moeten toekennen aan de Dr. Struy
ckenstraat. In het verdere verloop van de behandeling in de komende
maanden zal moeten blijken welke prioriteit in het geheel de Dr. Struy-
kenstraat moet krijgen. De vraag van de heer Van Os tenslotte kan ik
niet beantwoorden, maar hij heeft een uitnodiging van mij ontvangen
om het stuk te komen inzien.
De heer GEENE; Ik wil graag wijzen op het misbruik dat in deze
zaal wordt gemaakt van het woord "inspraak". De raad heeft mijns in
ziens ook nog een eigen verantwoordelijkheid, zonodig los van die in
spraak.
De heer VAN MERKOM: Tussen de wethouder en ondergetekende
zal er ten aanzien van het verzoek tot aanhouding van dit voorstel spra
ke zijn geweest van enig misverstand. Wij hebben namelijk verzocht
het voorstel aan te houden teneinde het te kunnen onderzoeken op mo
gelijke alternatieven. Dan kan hij stellen dat dit had moeten gebeuren
door onze fractie, maar het was onze bedoeling dat dit door het college
zou geschieden, omdat dit over betere gegevens beschikt om alternatieven
te kunnen beoordelen dan wij.
Wanneer dan in de commissievergadering wordt gesteld dat de
mededeling in de pers dat Openbare Werken het voorstel op eventuele
alternatieven zou bekijken niet juist is en dat er in principe niets aan
zal veranderen, heb ik gezegd dat als het plan gehandhaafd blijft er
geen behoefte aan is het alsnog in de afdeling voor openbare werken
te brengen. De wethouder kan het dan driemaal in de afdeling aan de
orde hebben gesteld, maar als dat telkens in dezelfde versie gebeurt
heeft onze fractie daar geen behoefte aan.
Een volgende opmerking die ik zou willen maken is dat wij niet
geheel achter de minister staan wat betreft de argumentatie die hij
gebruikt met betrekking tot het voorstel, namelijk dat hij die hoge
prioriteit niet onderkent. Wij hebben alleen die argumentatie overge
nomen en welke redenen de minister al of met heeft gehad om tot die
argumentatie te komen is een andere zaak. Wij achten diezelfde in
tentie aanwezig.
De heer VAN DUYL: De wethouder heeft mij tot nu toe niet
kunnen overtuigen van de juistheid van het tegendeel van mijn gedach
te. Tevens ben ik van mening dat hij niet duidelijk is ingegaan op
mijn opmerking met betrekking tot de vraag of deze reconstructie
deel uitmaakt van een totaal verkeersstructuurplan. Ik heb heel dui
delijk gesteld dat ik wil weten of deze reconstructie daar een onder
deel van is.
Daarnaast moet mij van het hart dat het dagblad De Stem of