18 MAART 1971 416 betreft de aan de orde gestelde problematiek. Wat het plan zelf betreft kan ik weinig enthousiasme opbrengen, hoewel dat niet wil zeggen dat ik daarnaast geen oog heb voor de vele goede kanten ervan want, zoals ik in de aanvang van mijn betoog al heb gezegd, zoals de toestand nu is kan die beslist niet blijven met die schuin op de Dr. Struyckenstraat uitkomende straten. Daar zal iets aan moeten gebeuren. Verder zou ik graag een uitleg van de wethouder hebben van wat hij nu precies bedoelt wanneer hij zegt dat de functie van de Dr. Struy ckenstraat in zijn nieuwe vorm in de tweede plaats is een verbinding te zijn voor het verkeer in de richting Rijsbergen en Zundert voor het - en daar gaat het om - niet-gemotoriseerde verkeer. Ik geloof dat dat op die afstand niet zo vreselijk veel kan zijn. Ik heb begrip voor het argument van de wethouder dat de verkeers toename 10 °]o per jaar bedraagt en dat wij ook moeten denken aan Prin- cenhage-West, waar straks zo'n 3500 a 4000 mensen zullen wonen. Ik ben het met hem eens dat wij ervoor moeten zorgen dat er op dat moment geen verkeerschaos ontstaat. Zijn opmerking dat volgens de politie maar 40 °]o van de ongevallen wordt gemeld kan ik natuurlijk niet beoordelen, maar als ik een parallel trek met bepaalde gebeurtenissen tijdens het carnaval dan kan ik mij voorstellen dat dat gebeurt. Wat de verkeerstelling betreft moet ik zeggen dat het mij inder daad verbaast dat het daar zo enorm druk is, ik had deze getallen echt niet verwacht. Dan heb ik nog een vraag met betrekking tot de bomen. Op mijn opmerking dat de bomen het slachtoffer worden antwoordt de wethouder dat van de 157 bomen 50 <7° zal worden herplant. Voor mij resteert ech ter de vraag wat er dan met die andere 50 70 gebeurt, worden die ge rooid of zijn dat de bomen die blijven staan? In dat geval heeft de wet houder mij namelijk niets nieuws verteld, want het was mij al bekend dat het de bedoeling is de bomen op de parkeerplaatsen in ieder geval te sparen en de parkeerplaatsen bij de bomen aan te passen en dat het wat het rooien van de bomen betreft alleen om de Dr. Struyckenstraat zou gaan. Tenslotte heb ik begrepen dat het ministeriële potje te klein is en dat wij bovendien uit dat te kleine potje al iets hebben gehad. Ik geloof dan ook dat wij daar een andere waarde aan moeten hechten dan wij aanvankelijk misschien hebben gedaan. De wethouder heeft mij dus wel kunnen overtuigen, maar ik weet niet of het de overige leden van de fractie net zo is vergaan, dat hoort hij dan nog wel. De heer VAN CAULIL: Omdat mijn naam genoemd is en omdat ik in de afdeling voor openbare werken in eerste instantie tegen dit voorstel was, zal men zich misschien afvragen waaraan die ommekeer te danken is. Het ging mij om de bereikbaarheid van de kern van Prin- cenhage. Ik heb gevraagd het afbuigende verkeer door de Laan van Mertersem te laten voortbestaan. In de volgende afdelingsvergadering heeft een verkeersdeskundige getracht mij duidelijk te maken dat dit niet de juiste oplossing was voor dit verkeersprobleem. Hij stelde voor de oplossing als volgt te doen zijn: vanaf het Dr. Struyckenplein naar de Scharenburgstraat, vervolgens op de Heuvelbrink bij de viersprong rechtsaf en dan op de hoek van de Scharenburgstraat en de Laan van Mertersem weer linksai Ik moet eerlijk zeggen dat dit volgens mij geen goede oplossing is. De reden dat ik op een gegeven ogenblik toch met dit voorstel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 416