18 MAART 1971 420 al zo lang met zo'n plan bezig is, zouden mogen veronderstellen - dat vertrouwen moeten wij in het bestuur hebben - dat men daar ook zeer gegronde argumenten voor heeft. Ik kan mij namelijk niet indenken dat men op een goede dag besluit nu maar eens de Dr. Struyckenstraat te gaan reconstrueren. Daar kan ik mij dus wel mee verenigen, mede gezien de opmerkingen die daarover zijn gemaakt in het fractieberaad, want daarin hebben wij gesteld dat wij hierover vragen zouden stellen en dat wij, afgezien van wat eromheen gebeurd is, ons akkoord zouden verklaren wanneer de vragen bevredigend zouden worden beantwoord. Dan heb ik nog één vraag aan de wethouder. Hij heeft straks ge sproken over een flexibele planning. Wat ik mij nu afvraag is of over twintig jaar dit ook flexibel is en of het inderdaad over twintig jaar zo wordt of dat daar ook nog veranderingen in kunnen komen. Misschien kan de wethouder mij dat nog even zeggen. De heer GIELEN: De wethouder heeft gezegd dat de Dr. Struycken straat de functie moet krijgen van wijkverzamelweg. Wat gaat er nu gebeuren met alle bewoners van de wijk westelijk van de Dr. Struycken straat? Deze mensen nemen de weg van de minste weerstand en dat houdt dus in dat zowel de Olivier van Noortstraat als de Houtmanstraat, de Willem Barendszstraat en de Talmastraat levensgevaarlijk worden voor de kinderen, omdat de automobilisten daardoor vier of vijf stop lichten vermijden. Het is dan veel eenvoudiger daarlangs te rijden dan via de Heuvelbrink, Scharenbergstraat en Dr. Struckenstraat. Daarnaast heeft de wethouder maar heel weinig gezegd over het alternatief dat door een van de bewoners van de wijk naar voren is ge bracht. Is daar nu niets aan te doen? Mogelijk dat er met een verkeers licht nog gelegenheid bestaat dat eenrichtingsverkeer toch in te voeren. Tenslotte heeft de wethouder gesproken over de verkeersdrukte in de spitsuren. Ik neem aan dat die verkeerstelling is gehouden op een vrijdag, als iedereen heel vlug naar huis wil. Het zou heel prettig zijn eens te bekijken hoe het over de hele dag is en met alleen tijdens het spitsuur. Mevrouw VAN NES-BRANDS: De heer Crul heeft het gehad over het nieuwe woord van de wethouder, de wijkverzamelweg. Dat woord spreekt mij nogal aan, ik meen dat men het kan vergelijken met een blad, waarin een hoofdnerf zit met een aantal zijnerven. Een blad heeft het voordeel dat het aan een kant ophoudt, wat met wegen helaas niet het geval is en dat was mijn grote bezwaar tegen deze weg, zoals de wethouder wel weet. Ik ben nog niet van dat bezwaar afgestapt, mijns inziens wordt het gewoon een doorgaande weg die niet in de wijk thuishoort. Vervolgens wil ik nog even ingaan op de verkeerstelling, die naar ik meen dateert van 1969. Nu was in 1969 de Ettensebaan nog niet geopend, althans niet in zijn huidige vorm van goede doorgangs weg. Een verkeerstelling die op dit moment gehouden wordt zou dus wel eens een heel ander beeld kunnen opleveren. Ik vind de cijfers dan ook niet helemaal betrouwbaar. Waarin die cijfers misschien wel betrouwbaar zijn is dat daaruit blijkt dat de aantallen auto's en fiet sen en bromfietsen ongeveer gelijk zijn en dat is een van de andere grote bezwaren die ik heb tegen deze weg, namelijk dat er wel een klassificatie is naar richting, maar niet naar langzaam en snel verkeer. Gezien het feit dat ik zelf ook tot het legioen van de fietsers behoor, ben ik van mening dat de fietsers altijd aan het kortste eind trekken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 420