421 18 MAART 1971 bij dergelijke reconstructies. Zo ook bij deze weg, voor de fietsers is helemaal geen plaats over, zij moeten zich tussen het snelverkeer men gen. Als het aan mij had gelegen zou ik de weg zo reconstrueren dat er fietspaden kwamen en dat de auto's met wat minder ruimte genoe gen zouden moeten nemen. Dat vind ik een punt van wezenlijk belang voor een wijkweg, waar bovendien nog scholen in de buurt zijn. Mejuffrouw PAULUSSEN: Heel in het kort wil ik nog iets zeggen over de uitdrukking "zich behelpen met de democratie" die wethouder Van Dun heeft gebruikt. Verschillende sprekers hebben al gezegd dat er meerdere plannen zijn die in een min of meer vergevorderd stadium van voorbereiding zijn vanuit het vorige college. Als dat niet het geval zou zijn zou het vorige college niet vooruit hebben gezien en dat neem ik niet aan. Er is alleen iets veranderd over onze opvattingen over in spraak en democratie. Wanneer is nu de fase van het zich behelpen met de democratie voorbij en begint de fase van de reële inspraak met be trekking tot de lopende planprocedures. Ik vind dat een heel belangrijk punt, want ik neem aan dat wij dat nog wel vaker zullen meemaken. Tenslotte ben ik het met de heer Sandberg eens dat de wijze van informatie geven door het college ter vergadering bij dergelijke belang rijke voorstellen niet juist is. Ik vind het dan ook onaanvaardbaar. In de korte periode waarin wij werken hebben wij nu al drie vergaderingen meegemaakt waarin zich een dergelijke situatie heeft voorgedaan. Wethouder VAN DUN: Ik hoop zo kort mogelijk te kunnen zijn. De heer Van Merkom interpreteert de beslissing van de minister naar zijn kant en dat mag hij natuurlijk. De bedoeling van mijn verhaal was alleen te zeggen dat wij weten waarom de minister zo heeft be slist. Wanneer de heer Van Merkom die argumentatie dan wil gebruiken bij de behandeling van de reconstructie van de Dr. Struyckenstraat is dat zijn goed recht. Wij hebben een verschil van mening met de heer Van Merkom over de reden van de verdaging van dit stuk. Ik meen te weten - maar daar zal dat misverstand dan het gevolg van zijn - dat de heer Van Merkom mij heeft gebeld na de vergadering van de raadsafdeling voor openbare werken en mij heeft gezegd dat hij de tijd wil hebben om alternatieven te zoeken. Hij is van mening dat in die tussentijd het college met een aantal alternatieven zou komen. Ik mag hem eraan herinneren dat hij zelf zitting heeft in de afdeling en dat in de afde ling besproken is dat er geen hernieuwde discussie zou komen in de afdeling over de totale reconstructie, maar alleen over een drietal punten. De heer Van Duyl is niet helemaal tevreden met mijn antwoord. Ik weet niet of ik daar in tweede instantie in zal slagen, maar ik heb er weinig fiducie in als ik de zwaarte van zijn tegenargumenten hoor. Maakt de reconstructie deel uit van het totale structuurplan? Inderdaad, daar maakt zij deel van uit, maar - en dit aan het adres van de heer Crul, die stelt dat het verkeersstructuurplan ook een oudbakken zaak is - ik wil dan toch wel duidelijk stellen dat ik bij de begrotingsbehan deling heb gezegd op welke data en op welke momenten het verkeers structuurplan in procedure komt en in dit procedure is heel uitdrukke lijk opgenomen een aantal momenten van mee praten van de raad, van belanghebbenden en anderen. Ik heb daar zelfs de data bij ge noemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 421