18 MAART 1971 424 gehouden, als iedereen het druk heeft en gauw naar huis wil. Ik weet niet of er op een vrijdag is geteld, maar het is mij wel bekend dat het een wet van meden en perzen is dat verkeerstellingen op twee verschil lende dagen worden gehouden. De cijfers die ik heb gegeven betreffen dus een gemiddelde van twee dagen op hetzelfde uur. Mevrouw Van Nes twijfelt aan de betrouwbaarheid van die telling. Zij heeft daar wel enigszins gelijk in, ik heb daar vanmorgen nog met de deskundigen over gesproken, maar zelfs al zou dat zo zijn, dan nog wordt dit weggenomen door de tweemaal 10 stijging sinds 1969 in verband met de toename van het verkeer en als zodanig vindt men de ze cijfers op dit moment toch wel betrouwbaar. Mejuffrouw Paulussen tenslotte vraagt hoe lang het zich behelpen met de democratie nog zal duren. Dat valt moeilijk te zeggen, ik ver onderstel dat wij ons eeuwig zullen moeten blijven behelpen, maar omdat het om het optimale gaat geloof ik dat nieuwe projecten, die in deze tijd groeien, een andere aanpak behoeven en dat bedoel ik wanneer ik zeg dat het behelpen dan wat minder is. Zeer uitdrukkelijk zal straks ook in de stedebouwkundige adviesraad aan de orde komen, naar mijn mening althans, dat men in het kader van reconstructie- en bestemmingsplannen betrokken wordt vanaf het opstellen van een pro gramma van eisen. Pas dan is meepraten een zinvolle aangelegen heid. Op de opmerking van mejuffrouw Paulussen dat het verstrekken van informatie tijdens de raadsvergadering niet oirbaar is heb ik ge zegd dat dit alleen maar betrekking heeft op de cijfers van de verkeers telling. De VOORZITTER: De beraadslagingen zijn nu gesloten. Ik neem, zonder dat ik daar naar vraag, aan dat men stemming verlangt over het voorstel. De heer CRUL: Omdat ik pas in tweede instantie heb gesproken, wat misschien aanleiding zou kunnen geven tot misverstanden, wil ik graag nog een stemverklaring afleggen. Het overgrote deel van onze fractie zal tegen dit voorstel stemmen en wel om drie redenen. In de eerste plaats hebben wij fundamentele bezwaren tegen de manier waarop het college in deze zaak geen gehoor heeft gegeven aan suggesties om tot een betere overlegsituatie te komen tussen het gemeentebestuur en de belanghebbenden. In de tweede plaats is het plan te duur, gezien de huidige financiële situatie van de gemeente Breda, terwijl een noodzakelijke kleinere aanpassing ook tot het gewenste doel kan lei den. Ten derde beschikken wij thans over onvoldoende informatie over het totale verkeersplan voor Breda om dit plan op zijn juiste waar de te kunnen beoordelen. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt hierna in stemming gebracht en met 21-16 stemmen aangenomen. VOOR hebben gestemd: de heren Quadekker, Von Schmid, Roo- zeboom, Froger, Mans, De Raaff, Kramer, Broeders, Van Banning en Koertshuis, mevr. Van Rooy-van den Heuvel, de heer Kroon, mevr. Stockmann van der Kallen en de heren Spanjer, Barij, Biemans, Geene, Jansen, Van Caulil, Van Dun en Melzer. TEGEN hebben gestemd: mej. Paulussen, de heren Van Merkom, Van Os en Brooimans, mevr. Jager-Middelbeek, de heer Gielen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 424