18 MAART 1971.
426
voor een regelmatige vernieuwing, terwijl anderzijds bij een gelijktij
dig aftreden van de leden van het college voor de verlening van bijstand
de continuïteit niet voldoende gewaarborgd is. In de raadsvergadering
van 12 november is door een aantal onzer de voorkeur uitgesproken voor
een rooster van aftreden en het reglen van een methode voor het aanwij
zen van niet-raadsleden, het zoeken dus naar een mogelijkheid van in
spraak bij de kandidaatstelling, ruimer dan tot nu toe gehanteerd is.
U hebt kunnen lezen dat wij er lang en vaak over hebben gespro
ken in de raadsafdeling aan de hand van discussienota's. Jammer genoeg
was het resultaat dat er in de raadsafdeling geen unaniem standpunt kon
worden bereikt. De P.A.K. -fractie staat zeer positief tegenover de in
de raadsafdeling gevolgde werkwijze en de wijze waarop dit preadvies
door burgemeester en wethouders is uitgebracht, namelijk het voorleg
gen aan de raad van een keuze uit drie mogelijkheden.
Wij zijn van mening dat bij het regelen van de zittingsduur van
de leden van het college voor de verlening van bijstand een aantal cri
teria en maatstaven afgesproken en vastgelegd moet worden en dan wil
ik u drie principes voorleggen waarvan wij willen uitgaan. Het princi
pe van de continuïteit moet voldoende gewaarborgd zijn in verband met
het belang van de mensen om wie het gaat, de mensen die bijstand
krijgen. De leden van het college moeten goed kunnen worden inge
werkt in de moeilijke materie van de algemene bijstandswet. Dit is
een criterium dat heel vaak wordt gehanteerd in verband met een lan
gere zittingsperiode en geen regelmatige vernieuwing. Men zou natuur
lijk van mening kunnen verschillen en kunnen discussiëren over de vraag
hoe lang iemand nodig heeft om zich in deze materie in te werken. Het
principe van de continuïteit onderschrijven wij zeer zeker, dat moet in
derdaad voldoende gewaarborgd zijn.
Het tweede principe is dat van de doorstroming en de vernieuwing
om bedrijfsblindheid te voorkomen. Ook dat is onzes inziens in het be
lang van de mensen die bijstand nodig hebben en daarom vragen. De
leden van de commissie voor de verlening van bijstand mogen niet
vastroesten in hun werk en daarom menen wij dat het belangrijk is dat
ook het principe van de doorstroming reglementair wordt vastgelegd,
om kritische bezinning tussentijds via een rooster van aftreden in te
bouwen, waardoor vernieuwing en doorstroming worden gewaarborgd.
Niet alleen de continuïteit vinden wij düs belangrijk, maar ook de ver
nieuwing. Ook die willen wij gewaarborgd zien, hetgeen naar onze
mening niet het geval is wanneer alleen wordt uitgegaan van het na
tuurlijke verloop. Het moet mogelijk zijn om met inschakeling van
deskundigen - ik denk hierbij aan hoofden van dienst, ambtenaren en
misschien ook raadsleden - een rooster van aftreden te ontwerpen waar
in het natuurlijke verloop is opgenomen.
Het derde principe betreft het limiteren van de herbenoembaar
heid tot een maximum van drie perioden, dus van twaalf jaar. Ik hoef
niet opnieuw de argumenten te noemen die ik al bij punt twee heb op
gesomd ten aanzien van doorstroming en vernieuwing, die gelden naar
onze mening ook hiervoor. Ook hierbij weer een vraag van onze kant
om hierover in het reglement afspraken te maken. Ik meen in dit ver
band te mogen wijzen op de toelichting die in de gemeentewet wordt
gebruikt met betrekking tot de artikelen 61 e.v. en waarin erop wordt
gewezen dat zoveel mogelijk deskundige en geïnteresseerde burgers
bij het bestuur betrokken dienen te worden. Dan moet men ook na
twaalf jaar de kans geven aan andere deskundige en geïnteresseerde
burgers om aan dit bestuurswerk deel te nemen. Bovendien staat in de
toelichting op die artikelen dat de raad een aantal punten kan regelen