18 MAART 1971.
met betrekking tot werkwijze, openbaarheid, uitvoering en verantwoor
ding en dan staat er uitdrukkelijk bij: "Dit artikel is niet limitatief.
Het staat de raad vrij nog andere punten dan de in dit artikel genoemde te
regelen". Dat geldt waarschijnlijk dus ook voor de herbenoembaarheid.
Het zal u duidelijk zijn dat de P.A.K. - fractie kiest voor het voor
stel C, maar dan gesaneerd. In voorstel C is sprake van een zittingsduur
van vier jaar en een nader vast te stellen rooster van aftreden, gekoppeld
aan het natuurlijke verloop, om de doorstroming en vernieuwing te waar
borgen. Wij willen daar aan toevoegen de herbenoembaarheid te beper
ken tot twee jaar, dus tot een totale zittingsduur van twaalf jaar.
Vervolgens wil ik nog even ingaan op de bezwaren die in het pre
advies zijn genoemd. Daarin staat dat - ik ci teer - "het bezwaar van
onvoldoende ruimte voor regelmatige vernieuwing in de samenstelling
niet zwaarder weegt dan ten aanzien van de zittingsduur van de leden
van de raad en dus ook van de wethouders". Wij zijn van mening dat
de raad en het college van burgemeester en wethouders niet vergelijk
baar zijn met het college voor de verlening van bijstand. De leden van
de gemeenteraad worden gekozen via rechtstreekse verkiezingen. De
burgers kunnen een keuze maken, de mensen die gekozen worden pre
senteren zich aan de burgers. Men biedt een programma aan en men
weet van welke principes en van welk programma men uitgaat. Selec
tie is vanzelfsprekend, want doet men het niet goed en houdt men zich
niet aan afspraken, dan verdwijnt men na vier of acht jaar omdat men
niet meer wordt gekozen.
Het college voor de verlening van bijstand heeft een beperkte taak.
Er is een aantal bevoegdheden overgedragen aan dit college, zodat er
sprake is van een beperkte bevoegdheid en een beperkte taak, terwijl
de leden ervan niet worden gekozen via rechtstreekse verkiezingen,
waardoor selectie en doorstroming niet vanzelf mogelijk zijn. Het gaat
hier om een kwestie van benoeming, terwijl het bij de raad gaat om
verkiezing. Wel is het onze bedoeling een bredere inspraakmogelijk
heid en ruimere kandidaatstelling in te voeren. Wij hebben daar in de
raadsafdeling over gesproken en de wethouder heeft toegezegd dat door
een kandidaatstelling vanuit de fracties, zoals is voorgesteld, een re
eier inspraakmogelijkheid zal worden gerealiseerd dan tot nu toe het
geval is, nu alleen het college van burgemeester en wethouders een
voorstel doet. Ik had het nog niet gelezen, maar het verraste mij niet,
want het sluit aan bij de toelichting op artikel 61, waarin ook weer
staat dat voor de methode van aanwijzing van niet-raadsleden in de
commissie aan de gemeenteraden een zo groot mogelijke vrijheid wordt
gelaten. Wij blijven dan ook bij ons aanvankelijk uitgangspunt dat de
herbenoembaarheid en de procedure van kandidaatstelling mogelijk moeten
zijn en dat daarom voorstel C voor ons de meeste waarborgen biedt.
De herbenoembaarheid tot een maximale zittingsduur van drie
perioden is onderwerp van een zeer lange discussie in de raadsafdeling
geweest. Op het allerlaatste moment kwam het argument ter tafel dat
het limiteren van die herbenoembaarheid zou betekenen het ontnemen
van het passief kiesrecht. Ik heb daarop in de afdeling gezegd dat ik
dit argument niet op zijn juiste waarde kon beoordelen, de gesprekspart
ners in de afdeling waren er ook niet voor 100 °lo zeker van dat men
dit in dit verband zo kon hanteren. Bij informatie bij juridische des
kundigen, met name van de Wiardi Beckmannstichting en anderen,
is mij gebleken dat dit argument niet op gaat. In de grondwet wordt
gesproken over passief kiesrecht, maar daar staat niet bij dat men daar
niet vrijwillig een bepaalde beperking aan kan opleggen. Het is dus