18 MAART 1971 436 moeten worden gesteld en tegelijkertijd dat er maar weinig mensen geschikt zijn. Wanneer de natuurlijke afvloeiing dan al zo groot is, zou dit wel eens kunnen betekenen dat op een gegeven moment ten gevolge van de bepaling van maximaal tweemaal herbenoemen er niet voldoende geschikte kandidaten zouden zijn. Dat zou ik het erg ste vinden van alles. Teftslotte heb ik nog een tip. Misschien is het mogelijk om een volgende keer wanneer er leden voor een dergelijk college moeten worden benoemd, de voordracht van de kandidaten een maand eerder bij de raad in te dienen. In dat geval zouden de raadsleden namelijk een maand langer de tijd hebben om zich te oriënteren over de perso nen in kwestie en tot een betere oordeelsbepaling kunnen komen. De wethouder pleit voor het voorstel A omdat hij vindt dat er zo weinig mogelijk dient te worden geregeld. Daarbij merkte hij op dat hij er zo min mogelijk dirigisme in wil brengen. Ik moet zeggen dat dit mij bijzonder aanspreekt. De heer VAN CAULIL: Zoals men heeft gemerkt kan het gebeuren dat een lid in de loop van de discussie, misschien als gevolg van de woorden van de wethouder, tot andere gedachten komt en terugkomt op zijn aanvankelijke besluit zich voor voorstel A uit te spreken. Ik voel mij als waarnemend fractievoorzitter verplicht te verklaren dat wij als K. V. P. -fractie onze mening handhaven en dat wij als fractie, uiteraard met handhaving van ieders persoonlijke vrijheid, kiezen voor het voorstel A. Wethouder DE RAAFF: Ik ben het wederom eens met mejuffrouw Paulussen wanneer zij zegt dat wij nog lang over deze materie kunnen praten. Dat hebben wij al drie maanden gedaan. Ik geloof ook dat zij niet de hoop heeft dat wij op bepaalde punten tot elkaar zullen komen. Dan heeft het ook niet al te veel zin om te blijven praten. Mevrouw Van Nes blijft ook met mij van mening verschillen over die analogie met de raadsafdelingen en het college van burgemeester en wethouders, omdat er geen verkiezing plaatsvindt. Ik heb het voor beeld genoemd van de drie leden van de bestuurscommissie voor de sociale werkvoorziening, die aftredend en herbenoembaar waren en die door een bepaalde procedure toch vervangen zijn door drie nieuwe mensen. Ik geef toe dat niet de gehele bevolking kan worden ingescha keld bij de verkiezing van de leden van een bestuurscommissie, maar er is wel een procedure te vinden - zoals wel blijkt uit het geval dat ik heb genoemd - waardoor alle betrokkenen in staat zijn te kiezen. Ik blijf dus van mening dat er wel degelijk een kandidaatstelling en uiteindelijk een voordracht uit de bus kan komen. De heer America stelt voor het voorstel niet aan te nemen, maar af te wachten in de hoop dat er ergens een oplossing vandaan komt. Zo als ik aan het begin al heb gezegd is dit ook een mogelijkheid. Ik zou zelfs geneigd zijn de heer America te volgen, mits hij niet van mij verlangt dat ik in de eerstkomende afdelingsvergadering deze discus sie voortzet. In de raadsafdeling willen wij deze discussie toch wel beëin digen, maar wanneer er van een of andere zijde een beter alternatief komt dan het voorstel A, dan ben ik, zoals ik trouwens ook in de af deling heb gezegd, altijd bereid dat betere alternatief voor te stellen. De VOORZITTER: Het is een wat merkwaardige zaak, wij moeten ook stemmen over een ietwat merkwaardige procedure. Het komt niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 436