458
25 MAART 1971
straks met meerderheid van stemmen dit voorstel aannemen, het
precies eens zal zijn met de in de bijlagen te vinden interpretaties.
Hoe dit in het college ligt is mij niet duidelijk. Het is begrijpe
lijk dat de werkgroep met groot enthousiasme de uitspraken van
wethouder Mans citeert, maar ik weet niet in hoeverre hij voor zich
zelf heeft gesproken en in hoeverre hij namens het college verkla
ringen heen afgelegd. Uit de stukken blijkt dat niet duidelijk en in
het voorstel zelf vinden wij dat niet terug.
Ik zou graag nog een opmerking maken over de voorliefde die men
tegenwoordig, vaak terecht, heeft voor artikel 61 en volgende, maar
ik wil er op wijzen dat er dienaangaande vele interpretaties en uit
voeringen mogelijk zijn. Het is zelfs mogelijk aan de hand van arti
kel 61 taken te delegeren, zonder dat er direct sprake is van demo
cratie of democratische controle. Het alleen maar praten over "het
zou artikel 61 moeten zijn" kan van alles betekenen .en zou kunnen
uitmonden in iets dat door de commissie helemaal niet gewenst wordt
en door de raad evenmin.
Door de werkgroep wordt naar mijn mening heel duidelijk naar
voren gebracht dat zij de culturele raad ziet als het begin van een
welzijnsraad. Als men dan verder leest dat "cultuur" gedefinieerd
wordt als functionele democratie in "cultureel beleid is democrati
sering van de samenleving" vind ik dat heel wat. Ik ben het er
direct mee eens als men stelt dat men de cultuur niet te nauw
moet zien, maar als men gaat zeggen dat cultuur de gehele samen
leving en alles dat daarbij hoort omvat, belandt men bij de vraag
wat deze culturele raad, deze welzijnsraad, straks allemaal zal gaan
ondernemen. Zal er op den duur nog een taak overblijven voor de
gemeenteraad? Gaat het college met vakantie als het zover is? Ik
zie namelijk aankomen dat er maar weinig overblijft voor de an
dere organen in de gemeente als de werkgroep haar zin krijgt.
Ik heb niet dezelfde kritiek als de heer Kramer op het personeel
van de culturele raad, want ik geloof dat er inderdaad een brede
samenstelling is. Wel kan men zich afvragen of dit gezelschap,
dat in de eerste plaats gekozen zal zijn vanwege de culturele be
langstelling, zich mag opwerpen als de kern van een toekomstig,
zoveel omvattend orgaan, als men zich voorstelt. Is onze raad
eigenlijk niet democratischer tot stand gekomen dan hetgeen zich
hier gaat aandienen? Ondanks mijn instemming met het voorstel
als zodanig en mijn verheugenis over het feit dat de culturele raad
er is meen ik dat het goed is dat deze punten van kritiek genoemd
zijn. Ik leg er de nadruk op dat ik graag wil weten hoe het col
lege over deze zaken denkt, want daar gaat het uiteindelijk om.
Over het werk dat deze culturele raad zal gaan doen wil ik op
merken dat ik het jammer vind dat men niet is teruggekeerd naar
de gedachte van een cultuurdienst, welke gedachte in deze raad
eigenlijk is aangenomen. Ik geloof dat, juist nu er een culturele raad
is gekomen, zo'n cultuurdienst zeer vruchtbaar zou kunnen werken.
Ik weet niet of dat nog overwogen wordt, of dat er nog iets over
gezegd kan worden, maar ik meen dat deze overweging toch wel
even in het debat moet worden betrokken.
Ik verheug mij zeer over het feit dat de culturele raad, althans
de werkgroep, zich uitspreekt voor overleg tussen de culturele raad
en de democratiseringscommissie. Dat zal een zeer belangrijk ge
sprek kunnen zijn, waarin bekeken kan worden wat de verschillende
taken kunnen zijn.