465 25 MAART 1971 van maken en gewoon starten. 7n het verleden is zo'n probleem er nooit geweest en als men aanmerkingen heeft en liever een uitge breider vorm zou willen hebben, dan kunnen wij daar altijd nog over van gedachten wisselen. Wij moeten nu gewoon een begin maken. De heer Kramer en ik verschillen van mening en dat zal wel zo blijven. Met name betreft dat het harmoniseren van de gedachte van uit de bestaande groeperingen met de nieuwe initiatieven. Zoiets kan men niet garanderen, men kan het hoogstens verwachten en volgen. Dat heb ik althans verstaan onder het kritisch volgen der werkzaam heden. Over de financiën heb ik niets van de wethouder gehoord. Graag zou ik aandacht zien voor de vergoedingen voor deze werkzaamheden. Het zal blijken dat men. straks .regelmatig bijeen zal moeten komen. Hiervoor zal een algemene gedragslijn komen, maar ik zou deze mensen van de culturele raad, die vlug van start moeten gaan, niet al te lang in onzekerheid willen laten. Mejuffrouw PALJLUSSEN: De vragen die er verder rond de culturele raad zijn hebben wij bewust buiten beschouwing gelaten. Die vragen zijn er en ik onderken die vragen mét de heer Severens in al hun complexiteit. Ik ben blij dat ae werkgroep een aantal suggesties gedaan heeft dat aan. duidelijkheid niets te wensen overlaat. Op een later tijdstip kunnen wij daar nog uitvoerig op terugkomen. Waarschijnlijk blijf ook ik van mening verschillen met de heer Kramer over een aantal, punten. Ik ben blij dat wij het over be paalde zaken eens zijn op dit moment. Het reglement is niet aan de orde, maar omdat het allerwege in de discussie wordt betrokken zal ik er enige opmerkingen over maken. Wij hebben dit reglement op 17 december 1970 aangenomen en in de afdeling culturele zaken heb ben wij er uitvoerig over gesproken. Er waren veel opmerkingen, maar die hebben wij ingeslikt omdat wij het er over eens waren dat er een beginstramien moest zijn waarmee gestart zou kunnen worden. Het reglement moest -- meende men -- niet paternalistisch eenzijdig worden vastgesteld, het moest flexibel gehanteerd worden. De culturele raad zou zelf met suggesties moeten komen of op deze manier met dit reglement te werken is. Die opmerking wil ik nog even maken. Enerzijds is dus gezegd dat wij het reglement flexibel zouden hanteren, terwijl wij ook de culturele raad ae mogelijkheid wilden geven te komen met voorstellen als het reglement op bepaalde punten niet zou voldoen. De heer VON SCHMID: Ondanks het antwoord van de wethouder blijft onze houding tegenover het instellen van deze raad gunstig. De wethouder heeft formeel gelijk, alleen de benoeming is aan de orde, maar ik vind het zeer terecht als wij hierover, gezien al de bestaande inzichten, even spreken. Toen wij de vorige keer aan dit agendapunt toe waren bestond er zeer veel belangstelling voor. Ik vind dat de mensen die in die raad benoemd worden en mensen die belangstelling voor deze zaak hebben er recht op hebben dat over deze zaak even gepraat wordt. Ik vind het jammer dat de wethouder zich op een formeel standpunt stelt door te zeggen: dit is eigenlijk niet aan de orde, dus er behoeft eigenlijk niet over te worden ge sproken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 465