473
25 MAART 1971
Wethouder BROEDERS: Het is in het college geen strijdpunt of de
wethouder van cultuur zitting kan nemen in de raad van commis
sarissen. Ik neem zelfs aan aat er mensen bereid zijn hun plaats
in te ruimen voor de wethouder van cultuur. Ik wacht met span
ning af of de wethouder van cultuur deze ambitie van de raad door
zal laten klinken in het college. Zulks zal zeer welwillend beoordeeld
worden.
De heer van Banning haalde aan dat de vorige wethouder bijtijds
de begroting wilde presenteren. In dat college was dat de uitgespro
ken bedoeling van die wethouder. Op 1 september 1970 is er een
merkwaardige periode ingegaan, die ons op meerdere terreinen be
roerde parten heeft gespeeld. Het was de vraag of wij die zaken
nog wel helemaal moesten aanpakken. Wij vroegen ons af wat wij
nog konden doen, omdat hetgeen begonnen v.mrcf halverwege waar
schijnlijk beëindigd zou moeten worden. Daa na is er namens het
college een wisseling in de raad van commissarissen gekomen, ter
wijl ook veranderingen plaatshadden bij de andere leden van de raad
van commissarissen. De nieuwe leden willen zich terdege oriënteren
over de gang van zaken, alvorens zij beslissingen wilden nemen in
een materie die vele facetten heeft. Ik hoop dat hiermee verklaard
is waarom dit iets langer geduurd heeft dan wij allemaal gewild
hebben.
De heer van Banning vroeg wat verstaan i oest worden onder
"op korte termijn". Persoonlijk denk ik, gezien het op gang komen
van het overleg tussen college en raad van commissarissen, aan een
termijn van twee raadsvergaderingen, waarmee ik twee maanden be
doel. Dan zal informatie gegeven kunnen worden. Liever had ik ge
zien dat de gedelegeerde ait had kunnen mededelen, maar mijns in
ziens wil men dit in het college en in de raid van commissarissen
op die termijn doen.
Ik wil, om misverstanden te voorkomen, de heer Jansen iets zeg
gen. Hij stelde dat hij uit mijn woorden de indruk had dat de tekorten
de komende jaren nog groter zullen worden. Ik heb echter gepro
beerd te zeggen dat de tekorten aanzienlijk groter zullen zijn dan
aanvankelijk geraamd is in ae prognose van 1967, welke prognose
in augustus van het vorige jaar gecorrigeerd is omcat de kapitaals-
lasten zijn toegenomen. Dat wil niet zeggen dat de tekorten in de
loop der jaren nog groter zullen worden.
Zonder hoofdelijke stemnr.ng wordt hierna overeenkomstig net voor
stel van burgemeester en wethouders besloten.
3. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AAN
GAAN VAN KASGELDLENTNGEN MET EEN MAXIMUMLOOPTIJD
VAN EEN JAAR, IN HET TWEEDE KWARTAAL 1971.
4. VOORSTEL VAN BURGEMFESTER EN WETHOUDERS TOT VERHOGING
VAN DE TARIEVEN VAN HET GEMEENTELIJK WATERBEDRIJF.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders besloten.