481 25 MAART 1971 meer culturele instellingen, met name De Trapkes. Het college heeft dit kennelijk beschouwd als een louter bouwtechnische zaak, want het voorstel is uitsluitend in de afdeling openbare werken ge weest. De gehele afdeling voor cultuur wil daar bezwaar tegen aanteke nen, niet omdat deze afdeling van mening is dat het pand De Witte Wijngaard niet gerestaureerd zou moeten worden, maar omdat de vragen wie dat moet doen en welke bestemming na de restauratie aan het pand gegeven moet worden bijzonder belangrijk zijn. Het voorstel spreekt niet alleen over een toekomstige relatie met De Trapkes. Ook de burgerij heeft de veronderstelling dat dit pand een duidelijke relatie met De Trapkes heeft. Dat zijn zaken die naar het gevoel van de afdeling voor culturele zaken eerst wel eens in haar afdeling mogen worden gebracht. Wij menen dan ook dat dit soort kredieten eerst in, of in iecier geval samen, met onze afdelr g be sproken dient te worden. Tor zover de gevoelens van onze afdeling die ik, naar ik hoop, op een juiste wijze heb vertolkt. Ik wil hieraan persoonlijk toevoegen dat ik van mening ben dat een deel van het voorbereidingskrediet voor niets uitgegeven is als de raad of de afdeling een andere oplossing voor De Trapkes advi seert. Ik heb mij laten vertellen dat een voorbereidingskrediet een bestek is, waarin eisen zijn opgenomen die aan een dergelijke in stelling te stellen zijn, zoals een nooduitgang, het aanbrengen van geluidwerende materialen, en brandpreventieve voorzieningen. Als wij straks als afdeling voor culturele zaken een andere oplossing voor De Trapkes adviseren is een gedeelte van dit voorbereidings krediet zonder meer voor niets weggegeven. Ik wil niet zeggen dat dit gaat gebeuren, maar wij zouden -- in theorie -- de raad kunnen adviseren dit pand te verkopen. Ik denk even aan het oude politiebureau, waarin de firma Mannaerts heeft ge restaureerd, Als de raad het pand gaat verkopen heeft de gemeente 15.000,-- voor niets uitgegeven. Ik heb persoonlijk zoveel bezwaar tegen de gevolgde procedure dat ik op dit moment niet met dit plan mee kan gaan. Volgens mij zou het juist zijn eerst de bestemming van het pand vast te stellen, in nauwe samenspraak met de afdeling voor cultuur. In ieder geval moet er een relatie met die cultuur worden vastgesteld. Daarna moet tot het voorbereidingsktediet, dat in feite neerkomt op bouwtechnische voorzieningen, besloten worden. In de afdeling voor culturele zaken moeten de kosten van dat voorbereidingsbesluit vervolgens worden af gewogen tegen het culturele belang, waarna de gemeenteraad in laatste instantie kan beslissen. Ik wil naar aanleiding hiervan voorstellen dit voorstel een maand aan te houden, opdat de afdeling voor culturele zaken zich over deze materie kan uitspreken. Ik weet dat ik formeel tegen wethouder van Dun zit aan te schoppen terwijl de kritiek eigenlijk bij wethouder Mans terecht moet komen. Ik ben ervan overtuigd dat, als in deze raad de een of andere uitspraak is gevallen over De Trapkes, in deze materie meer schot zal komen dan er nu inzit. Mevrouw STOCKMANN-VAN DER KALLEN: Omdat het alleen gaat om een voorbereidingskrediet gaat onze fractie akkoord. Ik wil hier aan toevoegen dat ik er twee jaar geleden, toen de subsidie aan De Trapkes aan de orde was, al op gewezen heb dat twee jaar zo voorbij zijn en dat de rijkssubsidie afhankelijk is van de huisvesting.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 481