505 25 MAART 1971 De heer Kroon vroeg mij een stapje tegemoet te komen. Ik heb zoéven alleen maar melding gemaakt van het gesprek en een summiere samenvatting gegeven, maar ik zal daar nog uitgebrei der op terugkomen. Er zijn veel gesprekken geweest tussen de heer van Well, of -- als deze niet aanwezig kon zijn zijn vader, en stadsontwik keling. Wij kunnen twee dingen doen. Wij kunnen vanuit een minimumpositie zeggen dat er formeel duidelijk niets mogelijk is en wij kunnen vanuit een maximumpositie stellen dat er sprake is van zoveel communicatiestoornissen in die twee jaar dat deze zaak een beetje welwillend bekeken moet worden. Als wij deze zaak welwillend gaan bekijken moeten wij de pre cedenten die daardoor gecreëerd worden goed in het oog houden. De raad moet geen mogelijkheid creëren om met te grote vrijheid maar alles in het landelijk gebied te kunnen bouwen. Het landelijk gebied heeft primair de functie van landelijk gebied en wij moeten daar voorzichtig mee zijn. Per 1 augustus 1970 bood artikel 20 geen mogelijkheden meer en de heer van Well kwam in de vernieling. Mevrouw van Nes heeft gesteld dat de uitlatingen die links en rechts zijn gedaan niet te controleren zijn en dat zij daarover niet wil praten. Het is niet relevant of de heer van Well of openbare werken gelijk heeft, de vraag is wat wij op het ogenblik kunnen doen. Het lijkt mij niet zinnig voor de heer van Well te wachten tot dat de goedkeuring op het komende plan er is. De heer van Well weet dat wij op het ogenblik praten O' er het plan in hoofdzaak, dat is hem medegedeeld. Het bestemmingsplan "agrarisch gebied" is in voorbereiding. In de afdeling voor openbare werken is daar over voorlichting gegeven. Dit bestemmingsplar ligt op het ogen blik bij de P. P. D. in voorprocedure. Met enige ambtenaren ben ik bij de P. P. D, op bezoek geweest en het voorstel waarover wij nu praten is toen aan de orde geweest. Plotseling bleek dat, voordat de provincie dit plan ooit zou goedkeuren, zij eerst in zee zou moeten gaan met een aantal agrarische instanties dat bezig is met een preadvies, het opstellen van een programma van eisen; voor waarden die deze instanties willen stellen aan provinciale en rijks overheden bij de goedkeuring van dit soort plannen. Men wacht op een inbreng van deze instanties. De heer Margry heeft mij ver zekerd dat het minstens een half jaar zal duren voordat die voor waarden aan provincie en rijk duidelijk geworden zullen zijn. Ik ben er stellig van overtuigd dat de heer van Well op deze manier binnen een jaar nog niets zal zijn opgeschoten. Wij hebben ons afgevraagd wat er in dit conglomeraat van feite lijke onmogelijkheden wel mogelijk is. Naar mijn mening en naar de mening van de dienst van openbare werken kunnen de overgangs bepalingen van bladzijde 2 van het preadvies met meer optimisme worden toegepast. Er kunnen overgangsbepalingen worden toegepast, de heer van Well ktn de bouwval die er nu is laten afbreken en op nieuw laten opbouwen -- hierbij komt het probleem van restaureren aan de orde -- mits hij zich houdt aan het aantal vierkante meters dat het perceel voordien had en aan de aard van het gebouw dat er nu staat. Dit laatste is een discussiepunt, want er is een verschil tussen aard en functie. Naar aard is het namelijk een boerenschuur en naar functie is het bewoont'. Ik ben volkomen bereid dit ruim te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 505