507
25 MAART 1971
In verband met de verplichting die is vastgelegd in artikel 76
van de gemeentewet ben ik van plan dit besluit inderdaad ter
schcrsing, c. q. vernietiging bij de Kroon voor te dragen, want ik
ben van oordeel dat het strijdig is met artikel 48 van de woning
wet. Artikel 48 van de woningwet zegt namelijk dat een bouw
vergunning alleen mag en moet worden geweigerd indien het bouw
werk in strijd is met het bestemmingsplan of krachtens een zodanig
plan gestelde eisen. Naar aanleiding hiervan -- ik gebruik dit niet
als dreigement -- zal ik eventueel besluiten dit besluit ter ver
nietiging, c. q. schorsing, bij de Kroon voor te dragen. Ik hoop dat
de raad nu voldoende is gei'nformeerd.
De heer VAN CAULIL: Als raad dragen wij medeverantwoorde
lijkheid. Bij dit geval drukt dit zwaar op mij. Als wij telkens
onze eigen voorschriften en verordeningen doorkruisen komen wij
in een onmogelijke positie. !k zal met het voorstel van burgemees
ter en wethouders meegaan, maar wil tevens verzoeken zoveel mo-
elijk medewerking te verlenen om alsnog tot het realiseren van de
ouw aldaar te kunnen komen.
De heer KROON: Ik kan mij bij de woorden ^an de heer van
Caulil aansluiten. Wij kunnen niet anders en zullen de bouwver
gunning moeten weigeren. Ik ben verheugd dat de wethouder een
soepel standpunt wil innemen bij het toepassen van de overgangs
bepalingen. Wij kunnen niet anders.
De heer SPANJER: Ik sluit mij bij de vorige sprekers aan en
kan slechts de wens uitspreken dat de "escape-mogelijkheid" die de
wethouder op het oog heeft lukken zal.
De heer VAN MERKOM: Als nu gezegd wordt dat voorschriften
en bepaalde uitgangspunten ruim geïnterpreteerd zullen worden
vraag ik mij af waarom dat niet eerder gebeurd is. Ik vind het
nog steeds moeilijk te verteren da*: het plan, dat op 15 mei 1970
ingediend is, toen de procedure via artikel 20 nog van kracht had
kunnen zijn, dat niet door de welstandscommissie is afgekeurd en
waarvoor men bezig was een oplossing te zoeken, plotseling niet
meer mogelijk was. Ik laat nu buiten beschouwing of de architect
al dan niet goed was. Ik vind de gehele gang van zaken bijzonder
jammer.
Mevrouw STOCKMANN-VAN DER KALLEN: Ik blijf het gevoe
len houden dat de heer van Well tussen de kade en het scnip valt.
De mogelijkheid dit aan de Kroon voor te leggen lokt mij aan.
Ik zal daarom tegenstemmen.
De heer FROGER: Ik waardeer de woorden van mevrouw Stock-
mann. Op 15 februari heeft zij in de afdeling gezegd dat zij het hier
niet mee eens was. De wethouder heeft toen gezegd dat hij er op
vertrouwde dat het wel in orde zou komen. Op deze kwestie zouden
burgemeester en wethouders terugkomen in hei preadvies aan de
raaa. Daar klopt dus geen draad van.
In augustus 1970 is artikel 20 veranderd. De heer van Merkom
heeft terecht gevraagd waarom er toen niets gebeurd is. Ik wil