516 25 MAART 1971 n methode van bilaterale overeenkomsten tussen autonome gemeenten en die beleidssamenhangen een zwaar criterium zullen vormen bij de i toetsing van gemeentelijke beslissingen door Gedeputeerde Staten. :ge Wij moeten zonder meer erkennen dat dit tot gevolg kan hebben dat een deel van de zelfstandigheid van de gemeenten naar "Den Bosch" wordt verschoven, i" Het tweede middel waarnaar in vele discussies is verwezen als mogelijkheid om de herindeling te vermijden is de vorming ft van een gewestraad. Ik meen de werkzaamheid van dit middel naar te moeten betwijfelen als mogelijk alternatief. De samenhang van de beleidsproblemen in de gemeenten waarover wij hier spreken n. is tenminste voor een deel van een andere soort en van een andere en intensiteit, waardoor zij naar mijn mening in een gewestraad -- ik voor een belangrijk deel althans -- niet thuishoort. Het komt mij ïn dan ook voor dat het voor anderè gemeenten in een gewestraad niet doenlijk is daaraan mee te doen. De problemen die in een i" dergelijke gewest- of regioraad behandeld worden zijn, zeker qua :n intensiteit, voor het merendeel anders dan de problemen die thans aan de orde zijn. Theoretisch bestaat natuurlijk nog de mogelijkheid een bestuurslaag tussen te voegen, maar ik neem aan dat niemand daar serieus over wil praten, i- Resteert de derde mogelijkheid, zoals die in dit voorstel van e- Gedeputeerde Staten is neergelegd, namelijk de herindeling. Deze i- methode roept, zoals een ieder bekend is, in de randgemeenten veel weerstand op, hetgeen zeker begrijpelijk is. De vraag die wij onszelf kunnen stellen is of deze herindeling nu een remedie is voor I alle kwalen. Vaststaat mijns inziens dat er een aantal voordelen in i zit, hoewel er ongetwijfeld ook nadelen aan vast zullen zitten. Wat :ij die voordelen betreft verwijs ik nogmaals naar mijn voorbeeld van 3- de bebouwing van de Haagse Beemden. sn Ik heb zojuist al gezegd dat een exacte benadering van deze ik materie een moeilijke zaak is. Wij leven in een maatschappij waar de- in schaalvergrotingen aan de orde van de dag zijn. Verschijnselen die niet alleen economisch, maar ook sociaal voor velen vaak dui der- delijk grote voordelen met zich brengen. Dit betekent mijns inziens zonder meer dat de schaalvergroting als middel nooit categorisch mag worden afgewezen. Het probleem waarvoor wij staan is dat de mens bewuster wordt. Hij is beter opgeleid, heeft meer neiging ant tot participeren, waarmee het hele proces van de democratisering la- samenhangt. Diezelfde mens wordt geplaatst,in een maatschappij len waarin die schaalvergroting optreedt, waardoor hij steeds moeilijker :e tot zijn recht kan komen in zijn pogingen tot participatie. Overi- >e- gens betekent dit mijns inziens alleen dat wij naast het element ;erd- van schaalvergroting ook naar andere middelen moeten zoeken om jd aan die bezwaren tegemoet te komen. Hoe de K. V. P.-fractie over deze zaak denkt is in de aanvang van de discussie reeds door de heer Geene verwoord. Hoewel ik nog wel enkele dingen op mijn lijstje heb staan, wil ik het hierbij voorlopig laten. Wellicht kom ik straks nog op enkele aspecten terug. De heer CRUL:Terwille van de inventarisatie waarom u hebt gevraagd kan ik u meedelen dat ik spreek namens de P.A. K.- fractie, met uitzondering van de heer Spanjer, die straks zijn eigen standpunt onder woorden zal brengen. -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 516