25 MAART 1971
518
Verder stelt hij: "Gemeentelijke herindeling moet niet incidenteel,
maar streeksgewijs plaatsvinden. Streeksgewijze herindelingen moeten
voor een periode van ongeveer een generatie bestuurlijke rust ver
zekeren.
In onze afwijzing hebben wij ons verder laten leiden door
de visie op de ontwikkeling van het gewest in het streekplan voor
West-Brabant. Terwille van de tijd zal ik slechts de voornaamste
punten uit dit streekplan noemen die niet kunnen samengaan met
dit herindelingsplan. In het streekplan lees ik: "De uitbreiding van
Breda zal in ae eerste fase plaatsvinden in de richting van de Haagse
Beemden-Oost en in de tweede fase in de richting van Bavel en Dorst.
De annexatie van Teteringen en Terheijden ten behoeve van de woning
bouw lijkt door deze stellingname onnodig, terwijl op dit terrein Prin
senbeek door de bekende mogelijkheden met de Haagse Beemden ook
niet meer in dit plan thuishoort. Een andere uitspraak in het streek
plan luidt: "De kernen van o. a. de gemeenten Prinsenbeek, Terheijden
en Teteringen completeren de gewenste differentiatie van het woon-
milieu.Tenslotte: "De P. T. T.-gemeenten zijn volledige lokale
centra die binnenkort volgebouwd zijn.
Naast de door mij genoemde ruimtelijke en bestuurlijke ar
gumenten zijn er naar mijn mening ook nauwelijks financiële as
pecten aan te voeren om dit plan te steunen. Volgens de geldende
regels namelijk zal Breda ook na een eventuele annexatie niet die
financiële armslag krijgen die nodig is om alle noodzakelijke taken
als centrumgemeente uit te voeren. Het wel eens gehoorde argument
dat de ons omringende gemeenten meeprofiteren van de voorzieningen
in onze stad vinden wij zwak en kan evenzeer omgekeerd gelden, wij
denken bijvoorbeeld aan de recreatie.
Door de omvang van het probleem kan ik niet alle kanten
daarvan belichten. Te denken is o. a. nog aan de betrokkenheid van
de burgers bij het bestuur, de inzichten over de regio- en gewest
vorming, de plaats van het gewest West-Brabant tussen Antwerpen
en Rotterdam. Het lijkt nauwelijks nodig te verklaren, gezien de door
ons aangevoerde argumenten, dat wij de argumentatie van Gedepu
teerde Staten in hun memorie van toelichting onvoldoende vinden.
Ter afsluiting van mijn betoog wil ik nogmaals in het kort
onze bezwaren tegen dit plan formuleren.
1. Aan dit plan ligt geen basis- en structuurplan, gericht op stad
en gewest, ten grondslag.
2. Een alternatief, als bedoeld in de boodschap van de fracties, op
het gebied van de ruimtenood is thans voorhanden.
3. Het plan is niet volledig en is daarom in strijd met de inzichten
van de minister van Binnenlandse Zaken inzake de gemeentelijke
indeling.
4. De in net streekplan opgenomen toekomstvisie voor het gewest
West-Brabant wijkt op tal van punten af van het herindelings-
voorstel.
5. Financiële argumenten ontbreken.
De reeds genoemde leden van de P. A. K.-fractie wijzen het
herindelingsplan Breda-Noord derhalve af en stellen u voor over de
meest urgente punten, namelijk de ruimtenood en de ontwikkeling
van stad en gewest, vandaag een zodanige uitspraak te doen dat zo
mogelijk binnen de bestaande procedure wordt bewerkstelligd dat het
gebied van de Haagse Beemden-Oost op de kortst mogelijke termijn
wordt toegevoegd aan het grondgebied van Breda en verder dat ini-