537 25 MAART 1971 De heer VAN OS: Wij zijn als kersverse fractie al ander- e half jaar met dit probleem bezig en hebben dit van vele kanten j bezien. Ik ben het dan ook geheel eens met de heer Geene als s hij zegt dat wij er vooral de laatste tijd al zo ontzettend veel i over hebben gesproken in allerlei vergaderingen, hearings en bijeen komsten, dat zo langzamerhand van iedereen wel bekend is welk j standpunt hij inneemt. Ik zal mij deze avond, gezien het vergevor- derde uur en de lange spreektijd van een ieder, dan ook beperken tot onze allerbelangrijkste argumenten. Wij vinden het een slecht plan. Daarvoor hoef ik niemand anders te citeren, dat zijn gewoon mijn eigen woorden. Er is maar één hard argument voor annexatie aan te voeren, namelijk de kwestie van de woningbouw. Dat kan op legio manieren worden opgevangen. Volgens het streekplan komen er woningen in de Haagse Beemden i en in Bavel -- d. w.z. dat Tetenngen en Terheijden daarbij hele- i maal niet worden genoemd, die zijn bij deze annexatie uit een 1 oogpunt van woningbouw dus helemaal niet interessant -- en Nieuw- i Ginneken is er niet bij betrokken. Ook in dat opzicht is het dus i een halfslachtig plan. 1 Wat voor ons het zwaarst weegt is de kwestie van de op- i heffing van goed werkende democratieën. Ik heb ook al in de af- 1 delingsvergadering gezegd dat wij bijzonder zuinig moeten zijn 1 op die plaatsen waar de democratie naar mijn mening bijzonder goed functioneert. Wij hebben getracht een visie te krijgen op de toekomstige ontwikkeling, ook hier in West-Brabant. Meerdere malen is hier al het gewest naar-voren gebracht. Wij vinden dat ook een belangrijk toekomstbeeld. Die gewestelijke structuur mag naar onze mening op geen enkele manier gefrustreerd worden, ornaat wij juist voor dat gewest in de toekomst een grote bestuurlijke taak zien lig gen. Wij zien de functie van de gemeente juist in het verzorgen op sociaal niveau, laat ik zeggen van het algemeen welzijn van de burger. Dat is een zeer lokale taak. Naar onze mening gaat een groot aantal belangrijke bestuurlijke beslissingen in de toekomst naar het gewest. Juist vanwege die typisch gemeentelijke verzorgende taak achten wij de kleinere gemeenten van groot belang. Dat die uit democratisch oogpunt beter functioneren kan natuurlijk liggen aan de kwaliteit van hun raadsleden -- waarover ik het hier niet zal heb ben --, maar het- is in ieder geval duidelijk dat in die kleinere gemeenten het contact tussen burgers en bestuur, dat wij zo zeer voorstaan, veel beter tot zijn recht komt. De heer van der Werff heeft het al gezegd, al heeft hij het argument mijns inziens wat ontkracht om zijn standpunt duidelijker te verdedigen. Het is in ieder geval een feit dat de democratie in Breda niet die belang stelling krijgt die wij er graag voor zouden hebben, zoals wel blijkt uit de opkomst bij de verkiezingen, nauwelijks de helft van de kiezers. In de randgemeenten waarover wij hier spreken ligt dit duidelijk hoger, wat volgens mij een doorslaand bewijs is voor het feit dat die mensen zich op een of andere manier meer betrokken voelen bij de gang van zaken als het de democratie be treft. Wij hebben in onze stad met ruim 120. 000 inwoners eigen lijk de grootste moeite om onze nieuwe wijken bij het bestuur te betrekken. Wij denken in alle mogelijke richtingen, wij praten over wijkraden, met of zonder bevoegdheden, maar als men het allemaal op een rijtje zet kan men alleen maar hopen dat het lukt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 537