538 25 MAART 1971 en dat het wat helpt. Wij kunnen sociale raadslieden in de wijken aanstellen en er van alles aan doen als het creëren van gemeen schapsvoorzieningen, maar uiteindelijk kunnen wij alleen maar hopen dat het tot een goed leefbare eenheid uitgroeit. Wanneer men dit echter vergelijkt met de goed werkende rand gemeenten, dan vrees ik dat het, zoals de heer Froger al heeft ge zegd, een soort surrogaat zal blijken te zijn en dat vinden wij het allerbelangrijkste argument tegen deze herindeling. Het woningbouw- probleem kan op legio manieren worden opgelost, zoals ik zojuist al heb gezegd. Wanneer Breda voor de woningbouw in de Haagse Beemden gaat zorgen is dat geen garantie voor de kwaliteit. Ik wil niet vervelend worden, maar zulke geweldige dingen hebben wij in Breda nu echt niet gepresteerd. Het volbouwen van een dergelijk gebied is mijns inziens allereerst een zaak die door meerdere mensen, door deskundigen en door allerlei bestuurslagen bekeken dient te worden. Wanneer het een garantie zou zijn als Breda het doet dat het een wijk wordt die typisch een eigen leefgemeenschap zou moeten worden -- de wijk blijft namelijk altijd vrij geïsoleerd liggen door kunstmatige hindernissen als wegen, spoorwegen en een industriegebied -- zou het misschien iets .anders zijn, maar dat is helenjaal niet van Breda af hankelijk. Die woningbouw kan geheel op zichzelf bekeken Worden, het kan mij eigenlijk niet schelen door wie. Het ligt eigenlijk het meest voor de hand dat Prinsenbeek er gewoon mee begint. Wij hebben onze zienswijze, waarvan ik alleen de belangrijkste punten naar voren heb gehaald, vastgelegd in een motie die als volgt luidt-. De gemeenteraad van Breda, op 25 maart 1971 in vergadering bijeen, overwegende dat het herindelingsplan Breda-Noord geen adequate oplossing biedt voor de problemen van Breda en omgeving, besluit zich uit te spreken tegen het genoemde herindelihgs- plan en is van mening dat de ontwikkeling van de Haagse Beemden met spoed door de gemeente Prinsenbeek ter hand dient te worden genomen, in nauw en open overleg met Breda, en acht het niet uitgesloten dat de Haagse Beemden na vol tooiing een sterke en zelfstandige randgemeente zou kunnen worden. Ik zou het op prijs stellen als deze motie onderdeel van de beraadslagingen zou kunnen uitmaken. De VOORZITTER: Dat zal zeker gebeuren, mijnheer van Os. Wilt u mij de motie overhandigen? De heer SEVERENS: Ik wil graag beginnen met een opmerking vooraf, In de discussies rond de annexatie hebben de laatste tijd naar mijn mening twee vormen van chauvinisme duidelijk een rol gespeeld. De eerste vorm is duidelijk gebaseerd op de ideologie van de dorps gemeenschap, waarover de heer van der Werff bij zijn ouverture over is begonnen. Aan de andere kant geloof ik dat er bij de heer van der Werff ook een tweede vorm van chauvinisme te bespeuren valt, name lijk van stedelijk chauvinisme. Ik hoop dat ik erin zal slagen in mijn betoog aan beide vormen van chauvinisme te ontkomen. Nu ons gevraagd wordt ons gevoelen kenbaar te maken over de ontwerpregeling herindelingsplan Breda-Noord, moeten wij ons goed re aliseren dat van ons een belangrijke uitspraak wordt gevraagd. De uit-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 538