540 25 MAART 1971 maximaliseren. Breda heeft ook ruimtenood voor de vervulling van de woonfunctie op korte termijn. Breda heeft nog slechts voor enkele jaren bouwterrein ter beschikking, ook voor het vervullen van andere stedelijke functies en voorzieningen is ruimte nodig. Het tweede probleem voor Breda is van financiële aard. De randgemeenten genieten voordelen van centrale voorzieningen die alleen voor rekening komen van de centrumgemeente. Dit leidt tot een on evenwichtige verdeling van de lasten, met als gevolg dat Breda nood zakelijke belangrijke voorzieningen niet kan realiseren. Een ander motief voor herindeling dat door Gedeputeerde Staten wordt aangevoerd is dat tussen centrumgemeente en randgemeenten een toenemende functionele verbondenheid groeit. Door uitbreiding van het stadslichaam van Breda in noordelijke richting zal deze ver wevenheid van belangen nog toenemen. Dit vraagt om een duidelijke afstemming en eenheid van beleid en uitvoering. Een laatste probleem dat wordt aangevoerd is dat een te sterke uitgroei van de randgemeenten Prinsenbeek, Terheijden en Teteringen ook moet worden voorkomen, omdat dit afbreuk doet aan het tot ont wikkeling brengen van, het stadsdeel Breda-Noord. Als oplossing voor de. moeilijkheden stellen Gedeputeerde Staten in het herinaelingsplan Breda.-Noord voor opheffing van de gemeenten Prinsenbeek, Terheijden en Teteringen en wel door toevoeging van de gemeente Prinsenbeek aan.Breda^ terwijl het grondgebied van Terheijden en Teteringen in hoofdzaak wordt toegewezen aan Breda en Oosterhout. De vraag,.xlie..nuter beantwoording voor ons ligt is of de door Gedeputeerde Staten., voorgestelde oplossing een goed plan is en of het de enige oplossing is. Ik zal proberen daarop mijn eigen ant woord te formuleren. Wat de ruimtenood van Breda betreft moeten wij duidelijk vaststellen dat deze urgent is en op korte termijn om een oplossing vraagt. De vraag is echter of uitbreiding van het stadslichaam van Breda alleen maar in noordelijke richting moet worden gezocht. Een concentrische bebouwing met de daaraan verbonden voordelen is daar door niet meer mogelijK. Een evenwichtige planologische oplossing zou ook gebiedsuitbreiding in zuidoostelijke richting hebben inge houden, met name bijvoorbeeld Dorst en zeker Nieuw-Ginneken, Ulvenhout en Bavel. Redenerend vanuit het argument van de ruimte nood hadden Gedeputeerde Staten ook Nieuw-Ginneken en eventueel Dorst bij de herindeling moeten betrekken. Het ruimtelijke argument geldt niet of nauwelijks voor de gemeenten Terheijden en Teteringen, omdat geconcentreerde bebouwing op grote schaal in beide gemeenten door Breda gezien de beperkte functies van beide gemeenten, niet is toegestaan. Een oplossing voor het ruimteprobleem wordt wel geboden door het gebied van de Haagse Beemden van de gemeente Prinsenbeek. Dit gebied is zodanig van omvang -- het kan een stadswijk worden van ongeveer 40. 000 in woners -- dat daarmee in de behoefte aan woongebied en andere stedelijke elementen van Breda in de komende decennia kan worden voorzien. Het tweede argument dat door Gedeputeerde Staten voor her indeling wordt aangevoerd is het financiële aspect. Ten aanzien van dit aspect kan ik kort zijn. Het profiteren van de centrale voorzie ningen van de centrumgemeente door de randgemeenten zonder hier voor mede de lasten te dragen geldt uiteraard niet alleen voor de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 540